108
8. Voorbereidingen voor de installatie en de montage
Kies een geschikte plek voor de plaatsing. Houd rekening met de volgende punten/criteria.
a) Reikwijdte van het draadloos signaal
De reikwijdte van de transmissie van het draadloos signaal tussen buitensensor en weerstation bedraagt onder
optimale omstandigheden tot 100 m. Bij deze reikwijdte-informatie gaat het echter om de zog. "Reikwijdte in het vrije
veld". Deze ideale rangschikking (bijv. weerstation en buitensensor op een gladde, vlakke wei onder bomen, huizen
etc.) is echter in de praktijk nagenoeg niet mogelijk. Normaal gesproken wordt het weerstation in het huis geplaatst, de
buitensensor op resp. aan een carport, aan een garage of in de tuin. Door de verschillende invloeden op de draadloze
transmissie kan helaas geen bepaalde reikwijdte gegarandeerd worden. Een gebruik in eengezinswoningen is
normaal gezien zonder problemen mogelijk. Als het weerstation geen gegevens ontvangt van de buitensensor
(ondanks nieuwe batterijen), dient u de afstand tussen weerstation en buitensensor te verkleinen. De reikwijdte kan
deels aanzienlijk worden verminderd door:
• Muren, plafonds van gewapend beton
• Gecoate ramen of geïsoleerde grenzen, aluminium ramen o.i.d.
• Voertuigen
• Bomen, struiken, aarde, rotsen
• Nabijheid van metalen & geleidende voorwerpen (bijv. radiatoren)
• Nabijheid van het menselijk lichaam
• Breedbandstoringen bijv. in woongebieden (DECT-telefoons, mobiele telefoons, draadloze hoofdtelefoons,
draadloze luidsprekers, andere draadloze weerstations die op dezelfde frequentie werken, babyfoons etc.)
• Nabijheid van elektromotoren, transformatoren, netvoedingadapters
• Nabijheid van wandcontactdozen, stroomkabels
• Nabijheid van slecht afgeschermde of open gebruikte computers of andere elektrische apparatuur
De volgende waarden dienen hierbij als hulp bij het inschatten hoe de materialen van bepaalde hindernissen het
draadloze signaal verzwakken. Houd bij het plaatsen rekening met hindernissen in het directe zichtveld.
Blokkerende hindernis
Afname van het draadloos signaal (in %)
Glas (eenvoudig, geen gewapend glas of glas met metaal) 5 - 15 %
Kunststof
10 - 15 %
Hout
10 - 40 %
Baksteen
10 - 40 %
Beton
40 - 80 %
Metaal
90 - 100 %
Kies de montagelocatie zo, dat de buitensensor wordt blootgesteld aan direct zonlicht, zodat de zonnecel
stroom kan genereren resp. de waarden van de lichtintensiteit kunnen worden gemeten. Directe neerslag
op de buitensensor is noodzakelijk, om de hoeveelheid neerslag precies te kunnen meten. De montage
dient naar mogelijkheid vrijstaand te geschieden. Wind dient van alle kanten zonder blokkering toegang tot
de windsensoren te hebben, om een echte meting te kunnen garanderen. Plaatsen met neerstroming of
wervels zoals bijv. achter schoorstenen, tussen dicht bij elkaar liggende daken, dienen naar mogelijkheid
te worden vermeden.