114
e) Weerstation en buitensensor testen
U kunt de functies van het weerstation en de buitensensor testen voordat u laatstgenoemde vast installeert.
Weerstation en buitensensor dienen bij de eerste synchronisatiepoging niet verder dan 1,7 tot 3,3 meter van elkaar
te zijn verwijderd.
• Stel de stroomvoorziening van het weerstation en buitensensor zoals beschreven in hoofdstuk "10. Ingebruikname"
tot stand.
• Wacht ongeveer 15 minuten totdat een succesvolle ontvangst van alle afzonderlijke sensoren tot stand is gekomen.
U kunt door de windsnelheidssensr (A) te draaien win en door het vullen van water in de regentrechter (F) regen
simuleren, om eerste meetwaarden van alle sensoren te ontvangen.
11. Instellingen
Om van iedere weergave of instelling terug te keren naar de standaard weergave, drukt u gewoon op de
knop
LIGHT/SNOOZE
(1).
Als u bij een begonnen instelling gedurende ca. 30 seconden geen knop drukt, wordt de instelling onderbroken. Het
weerstation gaat dan automatisch weer terug naar de normale weergave.
Houd de knop
WIND +
(5) of knop
PRESSURE -
(4) bij de instellingen ingedrukt, om de cijfers sneller te laten lopen.
a) Basisinstellingen (tijd, datum, eenheden)
Een handmatige instelling van tijd en kalender is alleen noodzakelijk als het weerstation geen toegang tot
het internet heeft en de WS TOOL-app niet is geïnstalleerd.
• Druk gedurende 2 seconden op de knop
SET
(8), totdat de instelling van de geluiden voor de knoppen en de
akoestische vorstwaarschuwing "bEEP" verschijnt. "ON" of "OFF" knipperen op het LCD-display. Druk op de knop
WIND +
(5) of de knop
PRESSURE -
(4), om de activeringsinstelling van het geluid van de knoppen te veranderen
"ON" = geluid van de knoppen/akoestische waarschuwing aan of "OFF" = geluid van de knoppen/akoestische
waarschuwing uit. Bevestig de instelling met de knop
SET
(8). De instelling van het automatische wissen van de
min/max-waarden "RST" verschijnt. "ON" of "OFF" knipperen op het LCD-display.
• Druk op de knop
WIND +
(5) of de knop
PRESSURE -
(4), om de activeringsinstelling van de DST (zomertijd) te
veranderen "ON" = zomertijd wordt automatisch aangepast of "OFF" = zomertijd wordt niet automatisch aangepast.
Bevestig de instelling met de knop
SET
(8). De instelling van de tijdzone "ZON" verschijnt. De ingestelde
verschilwaarde "+" of "-" van de tijdzone knippert.
• Druk op de knop
WIND +
(5) of de knop
PRESSURE -
(4), om de tijdzone (verschil) in te stellen. Bevestig de
instelling met de knop
SET
(8). De instelling van het tijdformaat knippert.
• Druk op de knop
WIND +
(5) of de knop
PRESSURE -
(4), om de instelling te veranderen. U heeft de keuze
uit 12H/24H formaat. "12H" of "24H" knippert op het LCD-display. Bevestig de instelling met de knop
SET
.
De weergave van de uren knippert.
• Druk op de knop
WIND +
of de knop
PRESSURE -
, om de instelling van de uren te veranderen. Bevestig de
instelling met de knop
SET
. De weergave van de minuten knippert. "MIN" verschijnt.