5
LO70 en LO120:
1. Duwbeugel
2. Controlepaneel
3. Filtergrill
4. Luchtuitlaat (zijkant)
5. Luchtinlaat
6. Waterafvoer
7. Wiel
Het
apparaat
is
voorzien
van
een
waterafvoerpijpje, waarop (m.b.v. een slangklem)
een ½” (LO50) / ¾” (LO70&LO120) slang dient te
worden aangesloten. Leid de slang naar een put,
riool of andere afvoermogelijkheid. Zorg dat de
slang overal naar beneden loopt en geen hobbels
of knikken vertoont.
CONTROLEPANEEL
1. Aan/Uit-knop
2.
Knop ‘vochtigheid hoger’
3.
Knop ‘vochtigheid lager’
4. Display vochtigheid
5.
Lampje ‘in werking’
6. Tank vol (allen LO50)
7. Ontdooiïngslampje
8. Ventilator
9. Urenteller
Met de Aan/Uit- knop stelt u het apparaat in werking en weer uit.
Met elke keer dat u op de
knoppen ‘vochtigheid hoger’ en ‘vochtigheid lager’ drukt, stelt u
de gewenste luchtvochtigheid 1% hoger dan wel lager in. Houdt u de knop langer dan 1,5
seconde ingedrukt, dan zal de ingestelde vochtigheid toe/afnemen met een snelheid van 5
punten per seconde.
De apparaten hebben een signaallampje
‘ventilator’, dat brandt wanneer de inwendige
ventilator werkt. Die werkt tijdens de werking altijd, behalve tijdens het ontdooien. Alle