5
mm² en een toegestaan vermogen van minimaal 2000 Watt/10Amp. Rol het snoer altijd
geheel af om oververhitting te voorkomen!
9. Om overbelasting en doorgebrande zekeringen te voorkomen geen andere apparatuur
op hetzelfde stopcontact of dezelfde elektrische groep aansluiten als waar de kachel
op aangesloten is.
10. Gebruik de kachel niet buitenshuis en niet in ruimtes, kleiner dan 22,5 m³.
11. Een kachel bevat inwendig hete en/of gloeiende en vonkende delen. Gebruik hem dus
niet in een omgeving waar brandstoffen, verf, ontbrandbare vloeistoffen en/of gassen
enz. worden bewaard.
12. Plaats de kachel niet vlakbij- onder- of gericht op een stopcontact en niet in de buurt
van open vuur of warmtebronnen.
13. Gebruik de kachel niet vlakbij of gericht op meubels, dieren, gordijnen, papier, kleding,
beddengoed of andere brandbare zaken. Houd dit minstens 1 meter van de kachel
verwijderd!
14. Bedek een kachel nooit! Aanzuig- en uitblaasopeningen mogen op geen enkele wijze
worden geblokkeerd, om brand te voorkomen. Gebruik de kachel dus ook nooit om
kleding op te drogen of iets op te zetten.
15. De lucht rond een kachel moet vrij kunnen circuleren. Plaats hem met de voor- en
zijkanten dus niet te dicht op muren of grote voorwerpen en niet onder een plank, kast
o.i.d.
16. Voorkom dat vreemde voorwerpen door de ventilatie- of uitblaasopeningen de kachel
binnendringen. Dit kan een elektrische schok, brand of beschadiging veroorzaken.
17. Laat een werkende kachel nooit zonder toezicht achter maar schakel hem éérst uit en
neem vervolgens de stekker uit het stopcontact. Altijd stekker uit het stopcontact als
de kachel niet in gebruik is! Pak de stekker daartoe in de hand; trek nooit aan het
koord!
18. Schakel altijd de kachel uit, neem de stekker uit het stopcontact en laat de kachel eerst
afkoelen wanneer u:
- de kachel wilt schoonmaken
- onderhoud aan de kachel wilt uitvoeren
- de kachel aanraakt of verplaatst.
19. Deze kachel wordt heet tijdens het gebruik. Om brandwonden te voorkomen niet met
de blote huid de hete oppervlakken aanraken!
20. Stel de kachel niet automatisch in werking d.m.v. een tijdklok o.i.d. Voor gebruik dient
er altijd op veilige omstandigheden te worden gecontroleerd!
21. Zorg voor zorgvuldig toezicht wanneer dit apparaat wordt gebruikt in de aanwezigheid
van kinderen, handelingsonbekwame personen of huisdieren. Dit apparaat is niet
geschikt om te worden gebruikt door personen (incl. kinderen) met een fysieke-
zintuiglijke- of mentale beperking, of gebrek aan ervaring en kennis, ongeacht of er
toezicht is of instructie is gegeven aangaande het gebruik van het apparaat door een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Er dient op te worden toegezien
dat kinderen niet met het apparaat spelen.
22. Houd de kachel schoon. Stof, vuil en/of aanslag in de kachel is een veelvoorkomende
reden voor oververhitting. Zorg ervoor dat dergelijke neerslag regelmatig wordt
verwijderd. Gebruik geen agressieve middelen of metalen schuursponsjes om het
apparaat schoon te maken. Dat beschadigt de omkasting en delen van dit metaal
zouden in het elektrische gedeelte terecht kunnen komen en kortsluiting kunnen
veroorzaken.