3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
- Controleer voor gebruik of de spanning die het stopcontact, waarop
u de ventilator wilt aansluiten, afgeeft, gelijk is aan het voltage dat
op het typeplaatje van de ventilator staat.
- Controleer ventilator, stekker en elektrokabel voor gebruik op
beschadigingen.
- Gebruik de ventilator niet voordat u hem volledig in elkaar hebt
gezet.
- Trek niet aan de elektrokabel en rol of buig hem niet te strak.
- Om een elektrische schok te voorkomen de stekker niet met natte
handen aanraken!
- Hang geen kleding, doeken of wat dan ook over of aan de
ventilator en gebruik de ventilator niet in de nabijheid van gordijnen;
dat kan de motor doen vastlopen en daardoor slecht functioneren of
oververhitting tot gevolg hebben.
- Gebruik de ventilator niet bij té hoge temperaturen (boven de 40°),
niet in ruimtes met een hoge luchtvochtigheid (badkamers enz.) en
niet in stoffige ruimtes.
- Gebruik de ventilator niet in ruimtes waar zuren, alkali of olie staat
opgeslagen. Deze materialen kunnen vervormingen of erosie van de
materialen, en daardoor slecht functioneren veroorzaken.
- Gebruik de ventilator ook niet in ruimtes waar snelontbrandbare,
explosiegevaarlijke of gasvormige stoffen zijn opgeslagen. Een
vonkje uit de schakelaar zou ze kunnen doen ontbranden!
- Steek nooit een vinger, pen, stokje of wat voor voorwerp dan ook
door het beschermrooster de werkende ventilator in!
- Spuit geen anti-insectenmiddel op de ventilator; dat kan
lichamelijke klachten veroorzaken (i.h.b. bij kinderen!). Ook de
rubberen en geverfde onderdelen kunnen erdoor beschadigd raken.