A1212 / IN12F
DIEFSTALBEVEILIGING POWER LOCK NL
FR
Waarschuwing:
Lees deze handleiding aandachtig vooraleer het instrument te
gebruiken en bewaar voor latere raadplegingen.
Gebruik:
1.
Het hangslot heeft twee functies. Het kan alleen als hangslot gebruikt
worden zonder activering van het alarm (mannelijk deel of pin in de eerste
inkeping duwen (1)), of als hangslot omheen het te beveiligen object met
activering van het alarm (mannelijk deel of pin in de tweede inkeping duwen
(2)).
2.
Gebruik de sleutel om het slot te ontgrendelen. Wanneer u het geluid «DU»
hoort, betekent dit dat het alarm actief is. Als het hangslot of het object
waaraan het vastzit na 15 seconden bewogen wordt, zal het alarm afgaan.
Het alarm zal elke keer gedurende 10 seconden weerklinken.
3.
Wanneer u het geluid «Ge.Ge.Ge…» aanhoudend hoort of het alarm korter
dan 10 seconden te horen is, betekent dit dat de batterij te zwak is en dus
vervangen moet worden.
4.
Voor het vervangen van de batterijen moet het hangslot geopend worden
met de sleutel (1). Verwijder de twee schroefjes naast het slot (2), verwijder
de zwarte rubberen ring en de plastic batterijhouder met behulp van een
klein gereedschap (3).
De plastic houder kan wat moeilijk te verwijderen zijn. Dit is een beveiliging om
te voorkomen dat er problemen ontstaan bij het normaal gebruik van het
product. Een diefstalbeveiliging is sowieso al een product dat heftig door elkaar
geschud wordt wanneer het tussen twee gebruiken in bewaard wordt op een
bagagehouder of in een rugzak.
Eens de houder van de batterijen weggenomen is, kunnen de batterijen
vervangen worden.
5.
Vervang de houder van de batterijen en respecteer de polariteit van de
batterijen.
6.
Vervang de rubberen ring en let erop de koperkleurige pinnetjes niet te
beschadigen of af te dekken (Opgelet: als u de batterijen opnieuw moet
vervangen, neem dan opnieuw deze instructies in acht.
Verwijdering van het apparaat
Europese richtlijn 2012/19/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet worden geworpen in de
normale stroom van huishoudelijk afval. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld
met het oog op de terugwinning en recycling van gebruikte materialen te optimaliseren en de
impact op de menselijke gezondheid en het milieu.
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met
verlaagde fysieke, sensorische of mentale vermogens, of met gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij zij leiding of instructies hebben ontvangen betreffende het gebruik van het apparaat
door middel van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Kinderen moeten
worden gecontroleerd om te garanderen dat zij niet met het apparaat spelen.
Details en voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen.
-
Het weggooien van batterijen in de natuur of bij het huishoudelijk afval vervuild en
weerhoudt het recycelen van kostbaar materiaal. Het is dus belangrijk om het gebruik van
batterijen te beperken en de volgende instructies te volgen :
o
Gebruik bij voorkeur alcaline-batterijen ( deze zijn langer bruikbaar dan salines-
batterijen, en indien mogelijk, heroplaadbare batterijen.
o
Breng afgedankte batterijen en accu’s naar de speciale punten bij de winkeliers.
Zodoende wordt het materiaal gevaloriseerd en zullen zo het milieu niet vervuilen.
-
De batterijen dienen goed geplaatst te worde in het apparaat, let goed op de polen.
-
Het verkeerd plaatsen van de batterijen kan breuk veroorzaken aan het elektrisch
apparaat , of lekkage veroorzaken, wat in de extreemste gevallen brand kan veroorzaken
of een explosie van de batterij.
-
Om een goed functioneren te garanderen, zorg ervoor dat de batterijen in goed staat
zijn. In geval van afwijking, plaats nieuwe batterijen.
-
Probeer nooit batterijeren op te laden indien ze niet heroplaadbaar zijn. Zij kunnen
smelten, opwarmen en brand of een explosie veroorzaken.
-
Verwissel de batterijen tegelijktijd. Meg nooit saline-batterijen met alcalines of met
heroplaadbare batterijen.
-
Gebruikte batterijen dienen uit het apparaat gehaald te worden.
3