20
Aandachtspunten gedurende bediening
-
Er mag zich niemand in de veiligheidszone bevinden bij het heffen en dalen van de brug.
-
Wanneer het voertuig op de gewenste hoogte is, moet de brug vergrendeld worden. Pas
wanneer de brug vergrendeld is, mogen monteurs aan het voertuig gaan werken.
-
Voordat u de auto laat zakken, dient de hele werkvloer onder de auto opgeruimd te
worden.
-
Contoleer elke week ieder onderdeel van de bewegende delen, smeer de heflichamen en
controleer of alle bewegende onderdelen goed gesmeerd zijn en in de juiste positie
staan.
-
Laat de brug helemaal zakken en controleer de olie in de olietank. Zorg ervoor dat de
olietank bijna tot MAX gevuld is.
-
Wanneer u een probleem niet op kunt lossen, neem dan contact op met uw Falco
verkooppunt.
6.
Veiligheidsvoorziening
Automatisch arreteringsmechanisme
Iedere kolom is voorzien van twee magnetische arreteringen, bestaande uit een Magneetspoel(1),
Metalen as (2), Kolom(3), Arreteerpal(4),Stelmoer (5) en Heflichaam(6) (zie figuur 21).
Functie arreteringsmechanisme
Tijdens het heffen en parkeren staat er geen spanning op de Magneetspoel (1), dan steekt de
Arreteerpal (4)uit in de kolom. In deze positie zullen de uitstekende vlakken op het Heflichaam (6) bij
een neerwaartse beweging op de Arreteerpal (4) blijven haken en zo de brug vergrendelen. Bij het
heffen bewegen de uitstekende vlakken probleemloos langs de Arreteerpal (4) af.
Tijdens het zakken staat er spanning op de Magneetspoel (1), hierdoor worden de Metalen as (2) en
de Arreteerpal (4) ingetrokken (fig.22). De uitstekende vlakken van het Heflichaam (6) kunnen nu
langs de Arreteerpal (4) bewegen zonder dat deze blijven haken. De brug kan nu probleemloos
zakken tot de gewenste hoogte.
Fig.21
Fig.22