gNd
6
n
Stel de temperatuurmeting in
Als I/O-netwerkmodule kan de IMS zelf de temperatuur meten. Deze waarde kan worden gebruikt door de
regelcomputer of voor onafhankelijke sturing in noodgevallen. De spanningsingang (Ain) kan worden gebruikt als
temperatuursensoringang.
Zet schuifschakelaar T op ON.
Zet schuifschakelaar U op OFF.
Stel DIP-schakelaar 6 in op OFF.
De IMS kan ook de regeling overnemen in geval van communicatieproblemen. Als de verbonden
computer de streefwaarde en het regelingsbereik aan de IMS kan doorsturen, worden deze waarden
gebruikt voor verdere regeling. De IMS blijft doorgaan met regeling op basis van de laatst ontvangen
instellingen en gemeten temperatuur van de verbonden sensor. Als DIP-schakelaar 6 niet is ingesteld
op een meting (OFF) of als er geen instellingen zijn doorgestuurd, gebruikt de IMS de waarde van de
voorgedefinieerde stand als basis voor de sturing.
Aansluiten als traditioneel eindstation
Bij gebruik als traditioneel eindstation wordt de IMS gestuurd door een spanningssignaal van 0
–10 V of 10–0 V. In
deze toepassing is temperatuurmeting niet mogelijk.
Zet schuifschakelaar T op OFF.
Zet schuifschakelaar U op ON.
Stel DIP-schakelaars 1 tot en met 6 in op ON.
CPS of potentiometer
De positieterugkoppeling kan worden uitgevoerd met een CPS (contactloze standsensor) of een potentiometer
(schuifcontact). Als u een CPS gebruikt, moet u DIP-schakelaar 7 instellen op ON. Als u een potentiometer
gebruikt, moet u DIP-schakelaar 7 instellen op OFF.
Verschillen tussen een potentiometer en een CPS:
Een CPS is niet handmatig instelbaar.
Een eindschakelaar met een potentiometer heeft in het midden een zwarte poelie.
Een eindschakelaarset met een CPS heeft in het midden een grijze poelie.
Summary of Contents for IMS
Page 1: ...G N D Gnd...
Page 20: ...Gnd 17 g...
Page 21: ...Gnd 18 g...
Page 29: ...gNd 5 n...
Page 41: ...gNd 17 n...
Page 42: ...gNd 18 n...
Page 62: ...gnD 17 d...
Page 63: ...gnD 18 d...