19
NL
ingeschakeld maar niet werkelijk wordt
gebruikt, kan dat het blootstellingsniveau
aanzienlijk verminderen
Bescherm uzelf tegen de gevolgen van
trillingen door het gereedschap en de
accessoires goed te onderhouden, uw handen
warm te houden en uw werkpatronen te
organiseren.
Beschrijving
De nummers in de tekst verwijzen naar de
schematische voorstellingen op de pagina’s 2 - 3
Afb. A - C
1. Uitgang
2. Aan/Uit-schakelaar
3. Knop voor vergrendeling in de Aan-stand
4. Aanzuigpoort
5. Spuitmond
6. Stofzak
7. Koolstof borstelkap
8. Wiel voor variabele snelheid
3. HET GEBRUIK
Neem, voordat u de spuitmond op het
apparaat zet of van het apparaat haalt, de
stekker uit het stopcontact.
Accessoires plaatsen
Stofblaasfunctie
Afb. A + B
• Bevestig de spuitmond (5) op de uitgang (1).
• Zet de spuitmond (5) op z’n plaats vast door
deze naar rechts te draaien.
Stofaanzuigfunctie
Afb. A + C
• Bevestig de spuitmond (5) op aanzuigpoort (4).
• Bevestig de stofzak (6) op de uitgang (1).
Schud, na gebruik, altijd de stofzak leeg in een
afvalbak. Maak de ritssluiting open zodat u het
stof uit te stofzak kunt schudden.
Gebruik
De Aan/Uit-schakelaar
Afb. A.
• Schakel het apparaat in met een druk op de
Aan/Uit-schakelaar (2).
• Laat de Aan/Uit-schakelaar (2) los wanneer u
het apparaat wilt uitschakelen.
Vergendeling van de schakelaar
Afb. A.
• U kunt de Aan/Uit-schakelaar vergrendelen
door de Aan/Uit-schakelaar (2) in te drukken
en vervolgens de knop (3) voor vergrendeling
in de Aan-stand in te drukken.
• Hef de vergrendeling van de Aan/Uit-
schakelaar weer op door kort op de Aan/Uit-
schakelaar (2) te drukken.
De luchtsnelheid aanpassen
Afb. A.
U kunt luchtsnelheid aanpassen door het
keuzewiel boven op de machine te draaien.
• Draai voor een hogere luchtsnelheid het wiel
(8) voor de variabele snelheid omhoog (naar
een hoger getal)
• Draai voor een lagere luchtsnelheid het wiel (8)
voor de variabele snelheid omlaag (naar een
lager getal)
4. ONDERHOUD
Schoonmaken
Maak de behuizing van het apparaat regelmatig
schoon met een zachte doek, bij voorkeur na
ieder gebruik. Controleer dat de ventilatie-
openingen vrij zijn van stof en vuil. Verwijder
hardnekkig vuil met een zachte doek vochtig
gemaakt met een zeepoplossing. Gebruik geen
oplosmiddelen zoals benzine, alcohol, ammoniak
enz. Chemicaliën zoals deze kunnen de
synthetische componenten beschadigen.
De koolborstels inspecteren en vervangen
De motor heeft 2 koolborstels die slijten
tijdens gebruik. Het is belangrijk dat u de
staat van de koolborstels inspecteert, een
versleten koolborstel kan slechte prestaties en
beschadiging van de motor tot gevolg hebben.
Koolborstels uitnemen
Afb. C.
• Controleer dat de stekker niet in het
stopcontact zit.
• Verwijder de 2 kapjes (7) van de koolborstels
aan beide zijden van de motorbehuizing met
een schroevendraaier (draai naar links).