ATLAS D 30 SI UNIT
67
NL
Het olietoevoercircuit moet tot stand gebracht worden volgens een van onderstaande
schema's, waarbij de in de tabel weergegeven lengte van de leidingen (LMAX) niet over-
schreden mag worden.
fig. 18 - Zwaartekrachtvoeding
fig. 19 - Voeding door aanzuiging
fig. 20 - Sifonvoeding
fig. 21 - Ringvoeding
3.5 Elektrische aansluitingen
Aansluiting op het elektriciteitsnet
B
De elektrische veiligheid van het apparaat wordt alleen bereikt wanneer het correct geaard
is, overeenkomstig de geldende veiligheidsnormen. Laat door een vakman controleren of de
aarding efficiënt en afdoende is. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade die
ontstaat doordat de installatie niet geaard is. Laat bovendien controleren of de elektrische in-
stallatie geschikt is voor het maximumvermogen dat door het apparaat wordt opgenomen (dit
staat vermeld op de typeplaat van de verwarmingsketel).
De verwarmingsketel is voorbedraad en voorzien van een kabel van het type "Y" zonder stekker, voor
aansluiting op het elektriciteitsnet. De aansluitingen op het net moeten worden gerealiseerd met een va-
ste aansluiting, door middel van een tweepolige schakelaar met een opening tussen de contacten van
minstens 3 mm; er moeten zekeringen van max. 3A tussen verwarmingsketel en lijn worden geplaatst.
Het is belangrijk dat de polariteiten (LIJN: bruine draad / NEUTRAAL: blauwe draad / AARDE: geel-gro-
ene draad) in acht worden genomen bij het aansluiten van de elektriciteitsleiding. Zorg er bij het instal-
leren of vervangen van de voedingskabel voor dat de aardgeleider 2 cm langer is dan de andere.
B
De voedingskabel van het apparaat mag niet door de gebruiker worden vervangen. Als de
kabel beschadigd is, moet het apparaat worden uitgeschakeld en dient u zich voor vervan-
ging van de kabel uitsluitend tot gekwalificeerde vakmensen te wenden. Als de elektrische
voedingskabel vervangen wordt, mag uitsluitend een kabel “HAR H05 VV-F 3x0,75 mm2 wor-
den gebruikt met een buitendiameter van maximaal 8 mm.
Omgevingsthermostaat (optie)
B
LET OP: DE OMGEVINGSTHERMOSTAAT MOET SCHONE CONTACTEN
HEBBEN. DOOR 230 V. AAN TE SLUITEN OP DE KLEMMEN VAN DE OM-
GEVINGSTHERMOSTAAT WORDT DE ELEKTRONISCHE KAART ONHER-
STELBAAR BESCHADIGD.
Bij het aansluiten van timerafstandsbedieningen of timers, mag de voeding
voor deze voorzieningen niet van hun schakelcontacten worden genomen. De
voeding ervan moet rechtstreeks door het net of door batterijen worden gele-
verd, afhankelijk van het type voorziening.
Toegang tot het elektrische klemmenbord
Draai de twee schroeven
“A”
op het paneel los en verwijder het deurtje
fig. 22 - Toegang tot het elektrische klemmenbord
3.6 Aansluiting op het rookkanaal
Het apparaat moet aangesloten worden op een rookkanaal dat ontworpen en gebouwd
is in overeenstemming van de geldende normen. De leiding van de ketel naar het roo-
kkanaal moet gemaakt zijn van materiaal, dat bestand is tegen hoge temperaturen en
corrosie. Het wordt aanbevolen om te zorgen voor optimale afdichting op de verbinding-
spunten en de volledige leiding tussen ketel en schoorsteen op warmte te isoleren, ter
voorkoming van condensvorming.
3.7 Aanpassen van de ketel met boiler met gesloten kamer
Op aanvraag is er een kit verkrijgbaar om de ketel aan te passen voor een boiler met
gesloten kamer. Hiermee bestaat de mogelijkheid om de voor de verbranding benodi-
gde lucht meteen van buitenaf aan te zuigen.
Raadpleeg de aanwijzingen van de kit voor de installatie ervan.
fig. 23 - Ombouwkit gesloten kamer
A
A
cod. 3540S51
6
-
Rev. 01 - 03/2015
Summary of Contents for ATLAS D 30 SI UNIT
Page 86: ......
Page 87: ......
Page 88: ...FERROLI S p A Via Ritonda 78 a 37047 San Bonifacio Verona ITALY www ferroli it ...