23
VOORZICHTIG
De emissies kunnen - afhankelijk van
de manier waarop het elektrische ge-
reedschap wordt gebruikt, welk soort
werkstuk wordt bewerkt - tijdens het
werkelijke gebruik van het gereedschap
van de specifi caties afwijken.
-
Veiligheidsmaatregelen ter bescherming
van de bediener vastleggen die baseren op
een beoordeling van de belasting tijdens
de feitelijke gebruiksomstandigheden.
(Hierbij moet rekening gehouden worden
met de bedrijfscyclus, bijvoorbeeld tijden
waarop het elektrische gereedschap uit-
geschakeld is en dergelijke waarbij het
weliswaar ingeschakeld is, maar zonder
belasting loopt.)
3
Elektrische aansluiting en inbedrijfstel-
ling
De netspanning dient overeen te komen
met de indicatie op de kenplaat
De schakelaar (1.2) dient als aan-/uit-schakelaar
(I = aan / 0 = uit). Voor continubedrijf kan hij met
de vergrendelknop aan de zijkant (1.1) worden
vastgezet. Door nogmaals op de schakelaar te
drukken, kan de vergrendeling weer ongedaan
worden gemaakt.
VOORZICHTIG
Verhitting van de plug it-aansluiting bij
onvolledig vergrendelde bajonetsluiting
Verbrandingsgevaar
-
Voor het inschakelen van het elektrisch
gereedschap controleren of de bajonets-
luiting van de aansluitkabel geheel is
gesloten en vergrendeld.
Schakel de machine vóór het aansluiten
of loskoppelen van de aan-sluiting op het
elektricit
eitsnet altijd uit!
Zie fi guur 4 voor het aansluiten en ontkoppelen
van het netsnoer.
4
Instellingen aan de machine
Als aan de machine wordt gewerkt, dient
altijd de stekker uit het stopcontact te
worden gehaald!
4.1 Stofafzuiging
Sluit de machine altijd aan op een af-
zuiging. De stofafzuiging voorkomt hoge
stofbelastingen in de omgevingslucht en
grotere verontreiniging op de werkplek.
Het schuurstof wordt door de afzuigkanalen in
de schuurschoen rechtstreeks van de werkplek
weggezogen.
a) Eigen
afzuiging
De machines zijn standaard voorzien van een ei-
gen afzuiging. Wanneer het turbofi lter (1.6) zover
met schuurstof is gevuld dat het zuigvermogen
vermindert, moet dit fi lter worden vervangen.
Montage van een turbofi lter
- het achterste kartonnen gedeelte met de gleuf
(1.5) over de bevestigingslip van de fi lterhouder
schuiven,
- Het voorste kartonnen deel met afdichtlip op het
afzuigstuk van de fi lterhouder steken (1.7),
- De fi lterhouder op de afzuigopening (1.3) van
de machine steken (1.9) en met de klem (1.8)
vastklemmen.
Om te voorkomen dat er tijdens het transport stof
uit het turbofi lter ontsnapt, kan de afzuigopening
met behulp van de klep (1.4) worden afgesloten.
b)
Externe afzuiging met afzuigapparaat
Om bij intensieve schuurwerkzaamheden te
voorkomen dat u het turbofilter steeds moet
vervangen, kan in plaats van de eigen afzuiging,
een Festool-afzuigapparaat worden aangesloten.
Hiervoor wordt de aanzuigslang (Ø 27 mm) van
het afzuigapparaat op de afzuigaansluiting (1.3)
gestoken.
4.2 Schuurzool
De standaard Stickfi x-schuurzool voor Stickfi x-
schuurmateriaal kan door de schuurzool voor
schuurmateriaal om te spannen worden ver-
vangen. Hiervoor moeten de zes schroeven (2.1)
worden losgedraaid.
Beide schuurzolen (met en zonder Stickfi x-laag)
zijn ook beschikbaar met randbescherming aan
de zijkant, om de schuurzool bij het schuren van
hoeken te beschermen tegen vroegtijdige ver-
nietiging.
De bestelnummers voor accessoires en gereed-
schap vindt u in de Festool-catalogus of op het
Internet onder „www.festool.com“.
4.3 Schuurmiddelen
bevestigen
Gebruik alleen originele Festool-schuur-
middelen!
Stickfi x-schuurmateriaal
Het bijpassende Stickfi x-schuurpapier en
het Stickfi x-schuurvlies kunnen snel en
eenvoudig op de Stickfi x-schuurschoen
worden aangebracht.
Summary of Contents for 490036
Page 2: ......
Page 3: ......
Page 4: ...2 1 3 2 3 3 1 1 3 1 1 2 1 3 1 4 1 5 1 8 1 10 1 9 1 7 1 6 1 3 2 ...
Page 5: ...4 ...