BHC 18
29
NL
7
Instellingen
7.1
Draairichting veranderen [1-3]
• Schakelaar naar links = rechtsdraaiend
• Schakelaar naar rechts = linksdraaiend
7.2
Functie instellen
Hamerboren
Omschakelaar
[1-5]
op hamersymbool.
Schroeven/Boren
Omschakelaar
[1-5]
op boorsymbool.
8
Gereedschapopname, aanzetstukken
8.1
Gereedschap wisselen [3]
Boorgereedschap wordt met het systeem SDS-
plus gespannen zonder gebruik van gereed-
schapsleutels.
Gereedschap monteren
Schacht van gereedschap reinigen en met mul-
ti-purpose vet insmeren.
Ontgrendelingshuls
[1-2]
niet
terugtrekken
maar het gereedschap draaiend in de gereed-
schapopname
[1-1]
leiden tot het inklikt.
Controleer of het gereedschap goed vastzit.
Gereedschap verwijderen
Ontgrendelingshuls
[1-2]
naar achteren schui-
ven en het gereedschap naar buiten trekken.
8.2
CENTROTEC-boorkop [4]
Snelwisseling van gereedschap met de CENTRO-
TEC-schacht
CENTROTEC-gereedschap alleen in CEN-
TROTREC-boorkoppen spannen.
Omschakelaar
[1-5]
voor het werken met CEN-
TROTEC-boorkop op het boorsymbool zetten.
8.3
Extra handgreep [1-11]
Wij raden aan om met de extra handgreep
[1-
11]
te werken, zodat een veilige en ontspan-
nen werkhouding wordt gegarandeerd.
Extra handgreep monteren [7]
Extra handgreep
[1-11]
op de hals van de tand-
wielkast plaatsen.
Greepstuk van de extra handgreep
[1-11]
tegen
de klok indraaien tot het vast zit.
8.4
Diepteaanslag [1-12]
Met de diepteaanslag
[1-12]
kan de boordiepte
worden ingesteld.
Diepteaanslag [1-12] monteren
Greepstuk van de extra handgreep
[1-11]
met
de klok mee losdraaien.
Diepteaanslag
[1-12]
in extra handgreep
[1-11]
plaatsen.
Diepteaanslag
[1-12]
zo ver uittrekken, dat de
afstand tussen de boorpunt en de punt van de
diepteaanslag overeenkomt met de gewenste
boordiepte.
Greepstuk van de extra handgreep
[1-11]
weer
vastdraaien.
8.5
Afzuigen
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die in uw
land gelden voor stoffen. In de werkplaats moeten
de relevante grenswaarden worden nageleefd.
Bij
een navenante stofbelasting en afhankelijk van de
voorschriften is wellicht een afzuiging vereist. Hier-
voor biedt Festool een boorstof-mondstuk in het
accessoire-systeem aan.
LED groen – continulicht:
Laad-
toestand >60 %
LED groen – langzaam knippe-
ren:
Laadtoestand 30 % – 60 %
LED groen – snel knipperen:
Laadtoestand 0 % - 30 %
LED geel – continulicht:
Accu is
leeg
LED rood – continulicht:
Accu-,
elektronica- of motortempera-
tuur ligt buiten de toegestane
grenswaarden.
LED rood – knipperen:
Alge-
mene foutindicatie, bijv. geen
volledig contact, kortsluiting,
accupack defect, etc.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
Voor alle werkzaamheden aan de machine het
accupack van de machine nemen!
VOORZICHTIG
Heet en scherp gereedschap
Gevaar voor letsel
Geen bot of defect inzetgereedschap gebruiken!
Veiligheidshandschoenen dragen.