30
CMS-MOD-BS 120
NL
7.2
Afstellen van de bandloop
Wanneer de middenassen van de beide schuurwal-
sen niet absoluut parallel staan, probeert de
schuurband op de schuurwalsen naar boven of be-
neden te lopen. Voor het afstellen van de bandloop
kan de as van de van de schakelaar afgelegen wals
(aan- drijfswals) m.b.v. de draaiknop (3.3) met een
kleine verstelwinkel gekipt worden. Verstellen met
de wijzers van de klok mee g band loop naar bene-
den. Vóór het aanzetten van de machine moet door
handbediening gecontroleerd worden, of de slijp-
band extreem naar boven of naar beneden ver-
loopt. Om dat te kunnen beoordelen wordt de band
met de hand in gang gebracht. Hoe meer omwente-
lingen van de slijpband daar- bij plaatsvinden des te
beter is de bandloop te herkennen. In geval van een
geringe verloop van de band naar beneden is voor
de bandaanlop een aanloopplaat van ceramiek (1.9)
ingebouwd. Voor inbedrijfstellig wordt de achterste
beschermkap voor de slijpband tot op 4 mm naar de
slijpband geschoven en op de tafel vastgeschroefd.
De afzuiginrichting moet eveneens in de juiste po-
sitie gebracht worden.
7.3
Verstellen van de hoogte
Normal gesproken wordt een slijpband dicht bij de
tafel het meest versleten. Om de slijtage van de
slijpband zo goed mogelijk over de gehele breedte
van de slijpband te kunnen verdelen, kan de slij-
peenheid eenzijdig naar beneden weggedraaid
worden. Om dat uit te voeren wordt de draaiknop
(2.3) losgedraaid en aan de verzonken greep van de
draaiarm aan de kant van de tafel tegenover de
schakelaar naar beneden versteld. Na het verstel-
len moet de draaiarm weer vastgeschroefd worden.
De aanslag schroef (2.5) kan zodanig ingesteld
worden, dat na het terug draaien in de normale po-
sitie de slijp- wals weer exact loodrecht ten opzich-
te van de tafel staat.
8
Het werken met de machine
8.1
Vlakslijpen
Het nuttig bereik van de slijpband voor vlakslijpen
is het gedeelte tussen de twee merkstrepen aan de
bovenste beschermkap (1.6).
8.2
Rondingen slijpen
Door de vrije toegang tot de draaibare slijpwals is
het mogelijk rondingen te slijpen. Om rondingen
van verschillende vormen te kunnen slijpen, kan
men slijpwalsen van verschillende diameter mon-
teren (1.5).
8.3
Afzuiging
Om stofvrij werken met de bandslijper te be- reiken
wordt op twee plaatsen afgezogen. De opvangvoor-
ziening (2.1) wordt in de nabijheid tot op een afstand
van ongeveer 2 mm aan de slijpband geschoven en
op het tafelblad bevestigtd. De onderste aansluit-
mof van de opvangvoorziening wordt voor het aan-
sluiten van het afzuigtoestel gebruikt. De bovenste
aansluitmof wordt m.b.v. een kort stuk slang met
de aansluitmof van de beschermkap voor de aan-
drijfwals (2.6) verbonden. Bij het bewerken van
hout of bij gebruik van materialen waarbij stof ont-
staat, dat schadelijk is voor de gezondheid, dient
het elektrisch gereedschap aan en geschikte af-
zuiginrichting te worden aangesloten.
Attentie!
Bij het slipen van metaal mag het slijpstof
niet in een container worden gezogen, welke reeds
brandbare stof bevat (brandgevaar!).
8.4
De aanslag
De meegeleverde aanslag kan, zoals weergegeven
in afbeelding 4, aan alle vier de kanten van de ma-
chine worden bevestigd.
De aanslag kan op de volgende manieren worden
ingesteld:
– Instelling parallel aan de rand van de tafel - open
hiervoor de draaiknop (4.7).
– Instelling loodrecht op de rand van de tafel - open
hiervoor de draaiknop (4.6).
– Instelling van de aanslaglineaal (4.1) in de leng-
terichting - open hiervoor de draaiknop (4.4). De
aanslaglineaal kan bij dunne werkstukken in een
lage stand (afbeelding 5), en bij dikke werkstuk-
ken in een hoge stand (afbeelding 4) op de houder
worden vastgeklemd.
– Hoekinstelling aan de hand van de schaal (4.5) -
open hiervoor de draaiknop (4.3) en til de fixeer-
stift (4.2) op. De draaibare fixeerstift klikt bij de
meest gebruikelijke hoekinstellingen in. (Op-
merking: door aan de fixeerstift te draaien wordt
voorkomen dat het zaagblad vast komt te zitten).
Zie er alvorens met de werkzaamheden te
beginnen op toe dat alle draaiknoppen van
de aanslag zijn aangehaald. De aanslag mag
alleen in een vaste stand en niet voor het
verschuiven van het werkstuk worden ge-
bruikt.