7.2
Vermogensindicatie
De capaciteitsindicatie [1-3] geeft als de toets
[1-2] wordt ingedrukt de laadtoestand van het
accupack ca. 2 sec. lang aan:
70‑100%
40‑70%
15‑40%
< 15%
*
*
Advies: Laad het accupack op alvorens de
machine verder te gebruiken.
Meer informatie over oplaadapparaat en
accupack met capaciteitsindicatie vindt u
in de bedieningshandleidingen van accu
pack en oplaadapparaat.
8
Instellingen
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel
► Instellingen alleen uitvoeren bij uitgescha
keld elektrisch gereedschap!
8.1
Draairichting veranderen [1-6]
–
Schakelaar naar links = rechtsdraaiend
–
Schakelaar naar rechts = linksdraaiend
8.2
Veranderen van versnelling [1-8]
Druk alleen bij een uitgeschakeld toestel
op de versnellingsschakelaar. Anders be
staat het gevaar dat de aandrijving be
schadigd wordt.
•
Versnellingsschakelaar naar voren (cijfer 1
zichtbaar) = 1e versnelling
•
Versnellingsschakelaar naar achteren (cij
fer 2 zichtbaar) = 2e versnelling
8.3
Schroeven
Markering op de omschakelaar [1-11] staat op
het schroefsymbool [1-10].
Draaimoment volgens instelling van het draai
momentwiel [1-12].
Stand 1 = laag draaimoment
Stand 25 = hoog draaimoment
Geluidssignaal bij het bereiken van het inge
stelde draaimoment, machine schakelt uit. Ma
chine start pas weer wanneer de in-/uitschake
laar [1-5] losgelaten en opnieuw ingedrukt
wordt.
8.4
Boren
Stel de omschakelaar [1-11] zo in dat zijn mar
kering op het boorsymbool [1-9] wijst. In deze
stand is het maximale draaimoment ingesteld.
9
Gereedschapopname,
aanzetstukken
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
► Vóór alle werkzaamheden aan het elektri
sche gereedschap het accupack van het
elektrische gereedschap verwijderen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel door heet en scherp ge
reedschap
► Geen stomp en defect inzetgereedschap
gebruiken.
► Veiligheidshandschoenen dragen bij het
hanteren van inzetgereedschap.
9.1
CENTROTEC-boorkop [3]
Snelwisseling van gereedschap met de CEN
TROTEC-schacht
CENTROTEC-gereedschap alleen in
CENTROTREC-boorkoppen spannen.
9.2
Boorhouder [4]
Voor het spannen van boren en bits met max.
schachtdiameter 13 mm.
WAARSCHUWING! Inzetgereedschap centrisch
in de boorhouder spannen.
9.3
Hoekaanzetstuk [5]
Boren en schroeven in een rechte hoek tot het
elektrisch gereedschap (gedeeltelijk accessoi
res).
9.4
Excenteraanzetstuk [6]
Schroeven nabij randen met bits volgens ISO
1173 (gedeeltelijk accessoires).
9.5
Gereedschapopname in de
boorspindel [7]
Bits kunnen direct in de binnenzeskantopname
van de boorspindel worden geplaatst.
10 Werken met de machine
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
► Werkstuk zo bevestigen, dat het tijdens de
bewerking niet kan bewegen.
Nederlands
36