Motor inlopen
Onze raad: Gebruik brandstof van een goed merk die reeds kant-en-klaar
gemengd is. Deze bevat meestal bijkomende additieven die voordelig zijn voor
de motor.
Als u de brandstof toch zelf wilt mengen, moeten er in ieder geval kwalitatief
hoogwaardige componenten gebruikt worden (synthetische olie, nitromethaan,
methanol).
Vóór de eerste ingebruikname van de motor is er een inloopfase nodig. Hierdoor worden zeer
fijne verwerkingsfoutjes weggewerkt aan onderdelen die draaien of tegen elkaar wrijven.
Speciale inloopbrandstof bevat meestal kleine hoeveelheden nitromethaan.
Draai de meegeleverde hoofdsproeier (voor de brandstoftoevoer) voorzichtig tot het eindpunt
in en daarna met 2-3 slagen openen. Losdraaien zorgt voor een rijker, indraaien voor een
armer mengsel. De inloopfase met laag toerental (bij een volledig geopende gasschuif en een
zeer rijk mengsel) moet ten minste 2-4 tankvullingen bedragen. Na elk draaien van de motor
(na elke tankvulling) moet de motor voldoende lang afkoelen.
Daarna kan het mengsel stap voor stap verarmd worden door de hoofdsproeier in te draaien
en kan het model in gebruik genomen worden. Het definitieve inlopen van de motor kan al naar
het gebruikte model meerdere uren duren. Pas daarna mag u de motor met maximaal
vermogen laten draaien.
Belangrijk!
Bij een nieuwe motor moet de afstelling van de carburateur vanaf het begin zo
rijk mogelijk zijn. Pas in de loop van de tijd zal de maximale motorprestatie
gevonden worden. Dan kan ook de stationair netjes ingesteld worden.
Bij een te rijke afstelling van de carburateur heeft de motor geen maximaal
vermogen. Een te arme afstelling is dan weer schadelijk voor de motor en zal
vroeg of laat motorschade tot gevolg hebben!
Verhelpen van storingen
Onderhoud en reiniging
• Gebruik steeds een brandstoffilter tussen de tank en de motor.
• Houd de jerrycan steeds schoon.
• Gebruik uitsluitend brandstof van een goed merk en synthetische olie!
• Maak na het gebruik van het model de tank steeds leeg.
• Als er vreemde deeltjes in de motor terechtgekomen zijn, moet u deze demonteren en de
motor uitvoerig met brandstof uitspoelen. Daarna alle onderdelen met zuurvrije olie reinigen.
• Demonteer de motor niet als dit niet nodig is.
• Kijk de motor na lang niet-gebruik op beschadigingen en slijtage na.
• Bewaar de motor in een droge ruimte met lage vochtigheid.
Technische gegevens
Gelieve ermee rekening te houden dat de technische gegevens opgaven van de fabrikant zijn.
De juistheid hiervan is onder voorbehoud. Wijzigingen door de fabrikant voorbehouden.
Cilinderinhoud: .................... 2,49ccm
Vermogen: ........................... 1,1kW (1,5CV), 21000 tr/min
Toerental: ............................ 5000-28000 tr/min
Boring: ................................. 15mm
Slag: .................................... 13,6mm
Gewicht: .............................. 270g
Afmetingen A x B: ............... 31,5 x 11mm
Afmetingen C x D: .............. 74,6 x 95mm
Fout
De motor start niet.
De motor slaat na kort gebruik
of na het afklemmen van de
startbatterij weer af.
Verminderde prestatie na het
bereiken van de bedrijfs-
temperatuur, de motor draait
onregelmatig.
Oplossing
• Gloeiplug defect. Gloeiplug vervangen.
• Gloeiplug gloeit niet juist. Kabels en startbatterij
controleren.
• Motor krijgt te veel brandstof (slaat terug).
Carburateurafstelling controleren of gloeipluggen los-
draaien en motor meermaals snel draaien.
• Motor krijgt te weinig brandstof (start niet).
Carburateurafstelling controleren.
• Motor zuigt geen brandstof aan. Brandstofinstelling
controleren en filter op doorlaat en dichtheid nakij-
ken. Carburateurafstelling controleren.
• Gloeiplug defect. Gloeiplug vervangen.
• Te veel water in de brandstof. Gebruik brandstof van
een goed merk en houd de jerrycan dicht.
• Carburateurafstelling controleren.
• Carburateur, filter of brandstofleiding vervuild. Deze
volledig reinigen.
• Gloeiplug of cilinderkop los.
• Brandstofleiding gebogen of defect. Slang vervan-
gen.
• Motor wordt te warm. Het inlopen werd niet correct
uitgevoerd.
• Carburateurafstelling aanpassen (rijker mengsel
gebruiken).
• Zorg voor voldoende koeling.
• De motor is te “scherp” ingesteld. Carburateur-
afstelling aanpassen.
• Gloeiplug defect of verkeerde warmtewaarde. Ge-
bruik een andere gloeiplug.
• Bewaar de motor in een droge ruimte met lage
vochtigheid.
A
B
C
D
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de
schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek
en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.