NLD
56
3. Installatie en bediening
Als de instructies niet worden opgevolgd kan dit leiden tot een hoog
energieverbruik, slechte prestaties van de eenheid en het vervallen van
de garantie.
3.1 Installatie-instructies
i.
Controleer het koelmeubel na het uitpakken op eventuele transportschade. Neem in geval van
schade contact op met de transporteur.
ii.
Zorg er altijd voor dat uw koelmeubel op een stabiele ondergrond/vloer geïnstalleerd is. Er
bevinden zich 2 verstelbare poten aan de voorkant onder het chassis. De koeler moet waterpas
worden gezet door middel van de juiste afstelling van de stelvoeten in alle installaties. Er moet
worden gegarandeerd dat er na afstelling geen enkele sprake is van voorwaartse of zijwaartse
helling. Een lichte helling naar achteren draagt bij aan een goede vloeistofcirculatie en
ondersteunt het sluitmechanisme van de deur. Gebruik van een waterpas voor het controleren
van de stand wordt ten zeerste aanbevolen. Controleer of de koeler stevig op zijn stelvoeten
staat. De voorste wielen van de koeler (indien beschikbaar) moeten met de hand gedraaid
kunnen worden na installatie en afstelling van de koeler.
Netaansluiting: indien het bijgeleverde netsnoer niet lang genoeg is, mag u geen verlengsnoer
aansluiten en mag u het netsnoer niet vervangen. Vraag een erkende elektricien om de kabel te
vervangen door een langere.
iii.
Het koelmeubel moet na het transport minstens 1 uur rechtop staan voordat het opgestart mag
worden. Dit geeft de olie de tijd om terug te stromen naar de compressor na vervoer en
installatie.
Plaats het koelmeubel niet:
in rechtstreeks zonlicht of dichtbij warmtebronnen (radiatoren,
kachels en andere verwarmingsinstallaties)
buiten, zonder gepaste bescherming tegen regen, vocht en andere
weersomstandigheden
in weersomstandigheden waarvoor geen certificatie gegeven is
in extreme milieuomstandigheden (bijvoorbeeld een overmatige
blootstelling aan zilte vochtigheid)
•
Houd alle ventilatieopeningen in de behuizing van het apparaat of
in de inbouwstructuur vrij van obstructies.
•
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiingsproces te versnellen anders dan die aanbevolen door
de fabrikant.
•
Beschadig het koelcircuit niet.
•
Gebruik geen elektrische apparaten in de bewaarruimtes voor
levensmiddelen van het apparaat, tenzij deze van het type zijn dat
aanbevolen is door de fabrikant.
•
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet deze worden vervangen
door de fabrikant, de dealers of een vergelijkbaar gekwalificeerd
persoon, om een gevaarlijke situatie te voorkomen.