74
nl
Installatie
Apparaat aansluiten
Let erop dat de huisinstallatie goed beveiligd is.
Spanning en frequentie van het apparaat moeten
overeenstemmen met de elektrische installatie (zie het
typeplaatje).
Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse 1
en mag
alleen met een geaarde aansluiting worden gebruikt.
Bij alle montagewerkzaamheden dient het apparaat
spanningsloos te zijn.
De bescherming tegen aanraking dient door de inbouw
te zijn gewaarborgd.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag het apparaat
aansluiten. Voor hem gelden de bepalingen van de
regionale elektriciteitsmaatschappij.
m
Waarschuwing – Risico van een elektrische
schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Bij een vaste
aansluiting moet de installatie worden voorzien van een
stroomonderbreker met een contactopening van
minstens 3 mm. De vaste aansluiting mag alleen door
een elektricien worden aangelegd.Wij adviseren een
aardlekschakelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring
naar het apparaat te installeren.
Aanwijzing:
Zie voor de juiste beveiligingswaarde het
aansluitingsvermogen (in watt) op het typeplaatje van
het apparaat.
1
Bouwzijdige kabel voorzichtig door de opening van
het apparaat voeren.
Aanwijzingen
–
De buigradius van de bouwzijdige kabel voor het
aansluiten van het apparaat moet worden
aangehouden.
–
De kabel moet dubben geïsoleerd blijven. Vóór
de aansluitklem slechts zo kort als nodig
strippen.
2
Bouwzijdige kabel in de aansluitklem steken.
Apparaat monteren
m
Waarschuwing – Risico van letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben. Veiligheidshandschoenen dragen.
m
Waarschuwing – Gevaar voor letsel!
Klemgevaar bij het openen en sluiten van de
scharnieren.Niet in het bewegende gedeelte van de
scharnieren grijpen.
1
Geurfiltercassette openen.
/
1
Summary of Contents for AC230101
Page 127: ......