Montagehandleiding
nl
61
▶
Als het netsnoer van dit apparaat wordt be-
schadigd, moet het door geschoold vakper-
soneel worden vervangen.
Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
▶
Het apparaat uitsluitend aansluiten en ge-
bruiken volgens de gegevens op het type-
plaatje.
▶
Het apparaat uitsluitend via een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact met
randaarde op een stroomnet met wissel-
stroom aansluiten.
▶
Het randaardesysteem van de elektrische
huisinstallatie moet conform de elektrotech-
nische voorschriften zijn geïnstalleerd.
▶
Nooit het apparaat via een externe schakel-
inrichting voeden, bijvoorbeeld een tijd-
schakelaar of besturing op afstand.
▶
Als het apparaat is ingebouwd, moet de
stekker van het netsnoer vrij toegankelijk
zijn. Als de vrije toegang niet mogelijk is,
moet in de vast geplaatste elektrische in-
stallatie een alpolige scheidingsinrichting
volgens de voorwaarden van de overspan-
ningscategorie III en volgens de installatie-
voorschriften worden ingebouwd.
▶
Bij het opstellen van het apparaat erop let-
ten dat het netsnoer niet wordt afgeklemd
of beschadigd.
LET OP!
Apparaatschade door opgerolde kabel.
▶
De kabel altijd met de trekontlasting vast-
klemmen zodat deze zich niet volledig op-
rolt in het apparaat.
15.5 Aanwijzingen m.b.t. de inbouwsituatie
¡
Dit apparaat aan het keukenplafond of een stabiel
verlaagd plafond monteren.
¡
Voor de montage van extra speciale accessoires de
daarbij meegeleverde installatiehandleiding aanhou-
den.
¡
Aanbevolen plafondhoogte tot 3,50 m.
¡
De kookdamp wordt met toenemende afstand van
de kookplaat moeilijker afgezogen door het appa-
raat. Voor optimale prestaties wordt een afstand van
maximaal 1500 mm aanbevolen.
¡
De breedte van de afzuigkap moet minstens over-
eenkomen met de breedte van het kooktoestel.
¡
Om de kookdamp optimaal op te vangen, het appa-
raat in het midden boven de kookplaat monteren.
¡
Als u de kabels bevestigt, ervoor zorgen dat de ma-
ximale afstand tussen de frameafdekking en de bo-
venkant van het apparaat 1,20 m bedraagt.
15.6 Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Het mag alleen op
een geaarde contactdoos worden aangesloten die vol-
gens de voorschriften is geïnstalleerd.
▶
De netstekker van de netaansluitkabel moet na de
inbouw van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
▶
Is dit niet mogelijk, dan moet in de vast geplaatste
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrich-
ting volgens de voorwaarden van de overspannings-
categorie III en volgens de opbouwvoorschriften
worden ingebouwd.
▶
De vaste aansluiting mag alleen door een elektricien
worden aangelegd. Wij adviseren een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring naar het
apparaat te installeren.
Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen de
aansluitkabel beschadigen.
▶
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
¡
De aansluitgegevens zijn te vinden op het typeplaat-
je. →
¡
De aansluitleiding is ca. 1,30 m lang.
¡
Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschriften
van de EG.
¡
Het apparaat is conform de beschermingsklasse 1.
Daarom het apparaat alleen met een aarddraa-
daansluiting gebruiken.
¡
Het apparaat tijdens de montage niet op de voe-
dingsspanning aansluiten.
¡
Ervoor zorgen dat de bescherming tegen aanraking
door de inbouw is gegarandeerd.
¡
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag appara-
ten zonder stekker aansluiten. Voor hem gelden de
bepalingen van de regionale elektriciteitsmaatschap-
pij.
15.7 Algemene aanwijzingen
Neem deze algemene aanwijzingen bij de installatie in
acht.
¡
Bij de installatie moeten de actuele geldige bou-
wvoorschriften en de voorschriften van de plaatseli-
jke stroom- en gasleverancier in acht worden geno-
men.
¡
Bij het afvoeren van afvoerlucht moeten de officiële
en wettelijke voorschriften, zoals bijv. de plaatselijke
bouwverordeningen, in acht worden genomen.
¡
Om het apparaat in het geval van service ongehin-
derd te bereiken, een gemakkelijk toegankelijke
montageplaats kiezen.
¡
De oppervlakken van het apparaat zijn gevoelig. Bij
de montage beschadigingen vermijden.
15.8 Installatie
Plafond controleren
1.
Controleren of het plafond horizontaal is en voldoen-
de draagvermogen heeft.
Het max. gewicht van het apparaat bedraagt 80 kg.
Summary of Contents for AC270101
Page 111: ......