20
FC66000611 - 07
È severamente vietata la riproduzione anche parziale di questo manuale / All copying, even partial, of this manual is strictly forbidden
NL
CONFORMITEITSVERKLARING
De firma Galletti S.p.A., gevestigd aan Via Romagnoli 12/a, 40010
Bentivoglio (BO), Italië, verklaart hierbij voor haar eigen
verantwoordelijkheid dat de estro ventilatorconvectoren versies
estro
FL, FU, FF, FP en FC
, toestellen voor verwarmings- en
airconditioninginstallaties, in overeenstemming zijn met hetgeen
wordt voorgeschreven door de
EEG-richtlijnen 2006/42/CE,
2004/108/CE, 2006/95/CE
en daaropvolgende wijzigingen.
Deze verklaring omvat tevens alle voorziene accessoires, mits ze
zijn geïnstalleerd volgens de installatieaanwijzingen.
Bentivoglio, 16/04/2013
Luca Galletti
Voorzitter
1
ALVORENS MET DE INSTALLATIE TE BEGINNEN
Lees deze handleiding eerst aandachtig door .
De installatie en het onderhoud van dit apparaat mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door technisch personeel dat daarvoor is
gekwalificeerd en met inachtneming van de geldende voorschriften.
Dit toestel is niet voorzien om gebruikt te worden door kinderen
of door personen met fysische, sensorische of mentale handicap,
zonder ervaring of onvoorbereid, die niet onder toezicht staan. Zorg
ervoor dat kinderen niet bij het toestel kunnen.
Controleer bij aflevering van het apparaat of dit tijdens het transport niet is
beschadigd.
Raadpleeg voor de eventuele montage en het eventuele gebruik van onderdelen
de bijbehorende technische kaarten.
Informatie over de versie en het model van de
estro
ventilatorconvector
kunt u vinden op de verpakking.
2
GEBRUIK EN SPECIFICATIES
De firma
Galletti S.p.A
. kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld als
het apparaat is geïnstalleerd door ongekwalificeerd personeel, als het
oneigenlijk of onder de verkeerde omstandigheden wordt gebruikt, als het
in deze handleiding voorgeschreven onderhoud niet wordt uitgevoerd of
als geen originele vervangingsonderdelen worden gebruikt.
Hieronder volgen de specificaties; elk ander gebruik wordt als oneigenlijk
beschouwd:
- warmtegeleidende vloeistof: water
- watertemperatuur: van 5° C tot 95° C
- maximale bedrijfsdruk: 10 bar
- luchttemperatuur: van -10° C tot 43° C
- Nominale voedingsspanning: 230V - 50 Hz
Let bij het kiezen van de installatieplaats op de volgende aspecten:
- Het verwarmingsapparaat dient niet direct onder een elektrisch stopcontact
geplaatst te worden.
- installeer de eenheid nooit in ruimten waar ontvlambare gassen aanwezig zijn;
- zorg ervoor dat de eenheid nooit met water in aanraking komt;
- monteer de ventilatorconvector aan wanden of plafonds die zijn gewicht
kunnen dragen en houd rondom voldoende ruimte vrij voor een goede werking
en om onderhoud te kunnen verrichten.
Bewaar de ventilatorconvector in de verpakking totdat u hem gaat installeren om
te voorkomen dat stof binnendringt.
3
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
(figuur 1, pagina 26)
7-FL:
wandmontage, met behuizing, verticaal uitgeblazen
luchtstroom
7-FU:
vloer/ plafondmontage, met behuizing
7-FC:
verticale / horizontale inbouwmontage
7-FF:
verticale / horizontale inbouwmontage
7-FP:
plafondmontage, met behuizing
OPMERKING: De versies FLI, FCI en FUI zijn varianten uitgerust
met INVERTER BLDC motor.
Lees deze handleiding eerst
aandachtig door
LET OP
GEVAAR
SPANNINO
4
AFMETINGEN
(figuur 2, pagina 27-29)
5
INSTALLATIE
LET OP: Vooraleer de ventilatorconvector te installeren
moet men het volgende controleren:
1.
De plaats van installatie moet voldoende ruimte hebben om het toestel
te zetten en er moet voldoende ruimte zijn voor de werkzaamheden
van installatie en onderhoud (fig ruimte zie punt 2).
2.
De luchtpassage mag geen obstructies ondervinden, zowel in
aanzuiging als in toevoer.
3.
De hydraulische koppelingen moeten op de plaats zitten en maten
hebben zoals door het toestel is vereist (fig.2_FL, 2_FU en 2_FC).
4.
De elektrische voedingslijn moet de vereiste eigenschappen hebben
zoals op het label met gegevens van de ventilatorconvector.
LET OP:
Installeer de luchtconvector, de lijnschakelaar (IL), en/of de
eventuele afstandsbediening op een plaats die buiten het bereik
is van personen die zich in de badkuip of de douche bevinden.
Demonteer de behuizing, als dat wordt aangegeven, door de daarvoor
bestemde schroeven los te draaien. Dit zijn gewoonlijk 4 schroeven,
waartoe toegang kan worden gekregen door de toegangsdeurtjes aan de
zijkant op te tillen (figuur 3, pagina 29). De versies FU beschikken echter
over 2 schroeven op het voorpaneel.
Breng de toestel op een afstand van de wanden van figuur 9.
Monteer de basiseenheid aan de wand en maak daarbij gebruik van de vier
gaten en van pluggen die geschikt zijn voor de kenmerken van de wand/
plafond. Zorg er bij de versies FL,FP en FC voor dat de onderkant 100 mm
van de vloer af staat om een goede luchtaanzuiging te kunnen garanderen
en het filter gemakkelijk te kunnen verwijderen.
Controleer bij de versies FU,FF,FP en FC, die aan het plafond gemonteerd
kunnen worden, of de installatiehoogte de maximale waarde die
gespecificeerd wordt in figuur 4 op pagina 29 niet overschrijdt, teneinde
een overmatige ophoping van warme lucht bovenin het vertrek te
voorkomen. Voor installatie op grotere hoogten wordt aanbevolen lucht
af te nemen in het onderste gedeelte van het vertrek. De hoogten die in
de figuur worden aangegeven hebben betrekking op de maximale
bedrijfssnelheid.
Maak de hydraulische verbindingen met de warmtewisselingsbatterij en,
bij gebruikmaking van de koelfunctie, met de condensafvoer.
Het is raadzaam om ervoor te zorgen dat de toevoer van de installatie zich
in het onderste gedeelte van de warmtewisselaar bevindt en de afvoer
in het bovenste gedeelte.
Ontlucht de warmtewisselaar door aan de ontluchtingskleppen te draaien
(inbussleutel nummer 10) die zich naast de hydraulische aansluitingen van
de warmtewisselingsbatterij bevinden.
Om een betere condensafvoer te krijgen is het raadzaam de afvoerbuis
ongeveer 3 cm/m naar beneden te laten lopen. In deze buis mogen geen
bochten of vernauwingen aanwezig zijn.
LET OP: Het is noodzakelijk de zijdeurtjes die kunnen worden
geopend met een schroef vast te zetten wanneer er geen
controles aan boord van de ventilatorconvector zijn.
LET OP: Voor ventilatorconvectoren voorzien van elektrische
hulpweerstand moet men controleren of eventuele
verbrandingsmaterialen zich op minstens 30 cm afstand van het
elektrische verwarmingselement bevinden.
VEILIGHEIDSSYMBOLEN
VERTALING VAN DE ORIGINELE AANWIJZINGEN
1
Bruikbare ruimte voor hydraulische verbindingen *
2
Gaten voor wand- of plafondmontage 9 x 20 mm
3
Bruikbare ruimte voor elektrische verbindingen *
4
Hydraulische aansluitingen
5
Condensafvoer verticale installatie
6
Luchtuitstroom bij inbouwmodellen FC
7
Luchtaanzuiging bij inbouwmodellen FC
8
Condensafvoer horizontale installatie
* = aanwijzingen voor ventilatorconvectoren met hydraulische aansluitingen
aan de linker kant; in het tegenovergestelde geval zijn de punten die beginnen
met “bruikbare ruimte ...” omgekeerd.