NL
- 57 -
5. Vóór inbedrijfstelling
Het apparaat wordt geleverd zonder accu´s
en zonder lader!
5.1 Montage (
fi
g. 3-6b)
Bovenste en onderste deel van de behuizing in-
eensteken (
fi
g. 3).
Leiwiel (
fi
g. 4, pos. 7) in de geleiding in de behu-
izing (
fi
g. 4, pos. A) steken. Daarbij op hoorbaar
vastklikken letten.
Beschermkap (
fi
g. 5, pos. 6) zoals getoond in
fi
g.
5 erop steken en met 2 schroeven (
fi
g. 5, pos. 13)
bevestigen.
Borstel (
fi
g. 6a, pos. A) op de aandrijfas (
fi
g. 6a,
pos. B) steken. Daarbij erop letten dat de adapter
(
fi
g. 6a, pos. C) nauwkeurig past. Om de borstel
te bevestigen moet de as worden ge
fi
xeerd.
Daarvoor de bout (
fi
g. 2, pos. 10) in de uitsparing
van de as steken (
fi
g. 6b) en met één hand vast-
houden. Met de ga
ff
elsleutel (
fi
g. 2, pos. 11) de
moer (
fi
g. 6b, pos. 12) vastdraaien.
Opgelet! De bout vervolgens weer verwijde-
ren uit de as.
Voor de demontage bij het wisselen van de bors-
tel in omgekeerde volgorde te werk gaan.
5.2 Hoogteverstelling (
fi
g. 7)
Draai de wartelmoer (pos. 5) los tot de steel van
de gazontrimmer gemakkelijk ineen en uiteen
kan worden bewogen. Stel dan de gewenste
werkhoogte in (
fi
g. 9) en zet de steel in deze
stand vast door de wartelmoer opnieuw vast te
schroeven.
5.3 Verstellen van de extra handgreep
(
fi
g. 8)
Maak de bevestigingssluiting (pos. 3) van de extra
handgreep zo ver los, dat de handgreep zonder
grote weerstand naar voor en achter kan worden
bewogen. Stel de gewenste positie in en draai de
bevestigingsschroef weer vast.
5.4 Montage van de accu (
fi
g. 9/10)
Druk de zijdelingse grendelknoppen van de accu
in, zoals getoond in
fi
g. 9, en schuif de accu de
accuopname, die ervoor is voorzien, in. Zodra de
accu de positie bereikt zoals getoond in
fi
g. 10
op het vastklikken van de grendelknoppen letten!
De montage van de accu gebeurt in omgekeerde
volgorde.
5.5 Accu laden (
fi
g. 11)
1. Accupack het gereedschap uit nemen. Daar-
voor de zijdelingse grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
kenplaatje overeenkomt met de voorhanden
zijnde netspanning. Steek de netstekker van
de lader (14) het stopcontact in. De groene
LED begint te knipperen.
3. Steek de accu (13) de lader (14) in.
4. Onder punt “indicatie lader” vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie op
de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dat is echter normaal. Mocht het laden van het
accupack niet mogelijk zijn, controleer dan
•
of op het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een perfect contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack altijd nog niet
mogelijk is, stuur dan
•
de lader
•
en de accu pack
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van het
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van het accupack te zorgen. Dit is in ie-
der geval noodzakelijk wanneer u vaststelt dat het
vermogen van de accugazontrimmer vermindert.
Ontlaadt het accupack nooit helemaal. Dat leidt
tot een defect van het accupack!
5.6 Accu-capaciteitsindicator (
fi
g. 11b)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (pos. A). De accu-capaciteitsindicator (pos.
B) signaleert de laadtoestand van de accu aan de
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
Anl_GAF_E_20_Li_OA_SPK7.indb 57
Anl_GAF_E_20_Li_OA_SPK7.indb 57
03.08.2017 11:30:25
03.08.2017 11:30:25