NL
- 74 -
handen is
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, breng dan
•
de lader
•
en de accupack
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
Montage van de accu (
fi
g. 9-10)
Open het accudeksel. Daarvoor zoals getoond in
fi
g. 9 de klikveer (pos. A) lostrekken en het deksel
omhoog klappen. Dan de beide accu´s zoals ge-
toond in
fi
g. 10 in de houders steken.
Aanwijzing!
Gebruik alleen accu´s met dezelfde vulstand,
combineer nooit volle en halfvolle accu´s met el-
kaar. Laad beide accu´s altijd tegelijkertijd op.
De accu met de zwakkere laadtoestand bepaalt
de looptijd van het apparaat. Vóór bedrijf moeten
altijd beide accu´s vol worden geladen. Sluit het
accudeksel door het dicht te klappen en let erop
dat het goed inklikt.
Accu-capaciteitsindicator (
fi
g. 11)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (
fi
g. 11, pos. A). De accu-capaciteitsindica-
tor (
fi
g. 11, pos. B) signaleert de laadtoestand van
de accu aan de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
6. Bediening
Voorzichtig!
De gazonmaaier is voorzien van een veiligheids-
schakeling om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Onmiddellijk vóór ingebruikneming van de ga-
zonmaaier de veiligheidsstekker (
fi
g. 13) inzetten
en bij elke onderbreking of aan het einde van het
werk de veiligheidsstekker terug verwijderen.
Let op!
Om het onbedoeld inschakelen te voorkomen is
de grasmaaier voorzien van een beveiliging (
fi
g.
12, pos. A), die moet worden ingedrukt voordat
de schakelknop (
fi
g. 12, pos. 1) kan worden inge-
drukt. Zodra u de schakeltoetsen loslaat, wordt de
grasmaaier uitgeschakeld. Voer deze procedure
meermaals uit om er zeker van te zijn dat uw
apparaat correct werkt. Voordat u reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
verricht, moet u zich ervan vergewissen dat het
mes niet draait en dat de veiligheidsstekker uit
het stopcontact is getrokken.
Waarschuwing! Open de uitwerpklep nooit
als de opvanginrichting leeg wordt gemaakt
en de motor nog draait. Het roterende mes
kan verwondingen veroorzaken.
Maak de uitwerpklep of de grasopvangzak steeds
zorgvuldig vast. Als u die wilt verwijderen, moet u
voordien de motor stopzetten.
De door de geleidestangen gegeven veiligheid-
safstand tussen meskooi en gebruiker dient
steeds in acht te worden genomen. Tijdens het
maaien en veranderen van rijrichting op bermen
en hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk
te gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen
met slipvaste zolen met stroef pro
fi
el en een lan-
ge broek.
Maai steeds dwars over de helling. Op hellingen
van meer dan 15° mag om veiligheidsredenen het
gras niet met de maaier worden afgereden.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewe-
gen en trekken van de maaier. Struikelgevaar!
Instructies voor het correct maaien
Voor het gras afrijden is een overlappende werk-
wijze aan te bevelen.
Maai enkel met een scherp en intact mes zodat
de grashalmen niet uitrafelen en het gazon niet
geel wordt.
Om een keurig maaipatroon te bereiken leidt u
Anl_GAM_E_33_Li_1_SPK7.indb 74
Anl_GAM_E_33_Li_1_SPK7.indb 74
30.10.2017 09:44:31
30.10.2017 09:44:31