GPSMAP 620 - Aanvulling op de gebruikershandleiding
2
GPSMAP
®
620 - Aanvulling op de gebruikershandleiding
In deze aanvulling worden de functies en verbeteringen behandeld die in software-update GPSMAP 620 3.00 zijn opgenomen, en leest u instructies
over het gebruik ervan. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor volledige informatie over het gebruik van uw GPSMAP 620.
Maritieme modus: navigeren
U kunt kiezen voor tijd of afstand als methode om routedelen tot een koerswijziging te beheren.
1. Tik in het scherm Thuis op
Configureer
>
Navigatie
>
Activering koerswijziging
.
2. Tik op een optie.
Tijd koerswijziging
—hiermee stelt u de tijd in, voor een koerswijziging in een route, waarop u naar het volgende routedeel gaat.
Afstand koerswijziging
—hiermee stelt u de afstand in, voor een koerswijziging in een route, waarop u naar het volgende routedeel gaat.
Uit
—koerswijziging als u bij het volgende routedeel aankomt.
Het verhogen van de tijd of afstand kan de nauwkeurigheid van de autopilot verbeteren als u een route navigeert of een automatische
routebegeleiding volgt met veel koerswijzigingen of bij hogere snelheden.
Het verlagen van de tijd of afstand kan de nauwkeurigheid van de autopilot verbeteren als u een rechte route navigeert of een automatische
routebegeleiding volgt of bij lagere snelheden.
Maritieme modus: navigatiekaart
Dit toestel biedt ondersteuning voor alle functies op de nieuwste BlueChart
®
g2- en BlueChart g2 Vision
®
-kaarten.
Met de nieuwste BlueChart g2 Vision-kaarten, kunt u de dieptearcering voor bathymetrische gegevens regelen.
1. Tik in het scherm Thuis op
Kaarten
>
Navigatiekaart
>
Menu
>
Navigatiekaart instelling
>
Kaartweergave
>
Veiligheidsarcering
.
2. Tik op een diepte.
Gebieden met diepten die ondieper zijn dan de geselecteerde waarde zijn blauw gearceerd weergegeven, en gebieden die dieper zijn dan
de geselecteerde waarde zijn wit gearceerd. De contour wordt altijd getekend op de geselecteerde diepte, of dieper.
U kunt de labelweergave voor de waypoints op symbool selecteren. U kunt alleen het symbool voor een waypoint weergeven, of u kunt het
symbool in combinatie met de waypointnaam of een opmerking weergeven.
1. Tik in het scherm Thuis op
Kaarten
>
Navigatiekaart
>
Menu
>
Waypoints en tracks
>
Waypoint-weergave
.
2. Tik op een waypointsymbool.
3. Tik op een optie.
Label
—hiermee geeft u de waypointnaam met het geselecteerde symbool weer.
Commentaar
—hiermee geeft u door de gebruiker ingevoerde opmerkingen bij het geselecteerde symbool weer.
Alleen symbolen
—hiermee geeft u het geselecteerde symbool weer.
Verbergen
—hiermee kunt u het waypoint voor het geselecteerde symbool uitschakelen. Hierdoor wordt het aantal waypoints op de kaart
beperkt tot de waypoints die voor de huidige activiteit van belang zijn.
Maritieme modus: 3D-kaarten
U kunt kaartinformatie weergeven in 3D-perspectief als u geen BlueChart g2 Vision-kaart hebt.
1. Tik in het scherm Thuis op
Kaarten
.
2. Tik op
3D-perspectief
.
U kunt de 3D-weergave draaien door op de schermen voor 3D-perspectief, 3D Roergangersbeeld en Visoog 3D te tikken en te draaien.
U kunt informatie over objecten op de schermen voor 3D-perspectief of 3D Roergangersbeeld bekijken.
1. Tik in het scherm Thuis op
Kaarten
>
3D-perspectief
of
3D Roergangersbeeld
.
2. Tik op een object.
3. Tik op
Lees
om de details van objecten in de buurt van de cursor weer te geven.
Lees
wordt weergegeven als de cursor zich dicht in de
buurt van meerdere objecten bevindt. Als de cursor zich bij slechts bij één object bevindt, wordt de naam van het object weergegeven.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•