83
3. Waarden wijzigen
In de instelmodus hoort u nu eveneens verschillende signalen (zie bovenste regel in de onderste bijgevoegde tabel) die zich
in een lus voortdurend herhalen. Vanaf wanneer de toonvolgorde opnieuw begint, is afhankelijk van het opgeroepen
menupunt, aangezien alleen de signalen worden weergegeven, die ook een instelwaarde hebben ontvangen.
Wanneer het signaal voor de gewenste instelwaarde te horen was, schuift u de gas-stuurknuppel onmiddellijk van de
onderste stand (motor uit) in de volgasstand.
Als bevestiging voor de opgeslagen waarde hoort u 4 signalen (hoog, laag, hoog, laag).
De toerentalregelaar gaat terug naar de programmeermodus, waarbij u indien nodig het volgende menupunt kunt oproepen
en instellen.
1 x kort
2 x kort
3 x kort
remfunctie
Uit
Aan
accutype
Lithium
NiMH/NiCd
cutoff-modus
terugregelen
uitschakelen
cutoff-schakeldrempel
laag
gemiddeld
hoog
start-modus
normaal
zacht
zeer zacht
timing
laag
gemiddeld
hoog
4. Programmeermodus verlaten
Wanneer de regelaar zich in de programmeermodus bevindt, wacht u tot menupunt 8 akoestisch wordt weergegeven en
schuift u dan de gas-stuurknuppel binnen de 3 seconden na het signaal van de volgas- naar de onderste stand (motor uit).
Naargelang het cellenaantal weerklinken 2 – 3 korte tonen, gevolgd door een iets langere toon. De regelaar is nu gebruiksklaar.
Na de activering van de fabrieksinstelling verlaat de regelknop in de aansluiting eveneens de programmeermodus.
Wanneer de regelaar zich in de instelmodus bevindt en u een waarde opnieuw heeft opgeslagen, trekt u de gas-stuurknuppel
onmiddellijk na het bevestigingssignaal terug in de onderste stand (motor uit). Naargelang het cellenaantal weerklinken 2
– 3 korte tonen, gevolgd door een iets langere toon. De regelaar is nu gebruiksklaar.