66
Pagina 16
Bovenste afbeelding:
Monteer de staartrotorsteunen in overeenstemming met de afbeelding. Let daarbij op een loodrechte afstelling van het
horizontaal staartvlak en gebruik voor de schroeven M3x14 borglak.
Onderste afbeelding:
Maak drie tuimelschijf-aansturingsstangen (type A) en twee bladhouder-aansturingsstangen (type B) volgens de maattekening
en hang de stangen in overeenstemming met de tekening in. Na het aansturen van de tuimelschijf kan de tuimelschijfvoering
gemonteerd en de hoofdrotorbladen vastgeschroefd worden. Haal de schroeven M3x22 niet te strak aan zodat de rotorbladen
zich door de middelpuntvliedende kracht nog kunnen uitrichten.
Belangrijke aanwijzing voor de montage van de elektronische onderdelen en aandrijfaccu
Bij de keuze van de elektronische componenten zoals de 3-as-gyroscoop of de afstandsbediening vertrouwd elke
modelhelikopterpiloot op zijn huidige ervaring. Let daarbij in elk geval op dat alle subcomponenten veilig in het
chassis worden bevestigd.
Het montageplatform van de 3-as-gyroscoop bevindt zich boven de staartroerbevestiging en de ontvanger kan op
de chassisbodemplaat worden gemonteerd.
De aansluitkabels van de gyroscoop moeten zo worden aangelegd dat deze niet in draaiende onderdelen van het
mechanisme kunnen komen of op de duur door scherpe randen kunnen worden beschadigd of doorgesneden.
Kabelslangen bieden hier een goede oplossing
De aandrijfaccu wordt met klittenband en twee klittenlussen aan de voorste chassisplaat (zie ook pagina 7)
gemonteerd.
Pagina 17
Bovenste afbeelding:
De bovenste beide diagrammen tonen u de aanbevolen waarden voor de gascurve.
Het linker diagram is voor de vliegtoestand „Normaal“ die voor de start, het zweefvliegen en gewoon vliegen wordt aanbevolen.
Het rechter diagram is voor de vliegtoestand „Acrobatisch vliegen“ die voor 3D-vliegmaneuvers nodig is.
De onderste beide diagrammen tonen u de aanbevolen waarden voor de pitchcurve bij de overeenkomstige vliegtoestanden.
Onderste afbeelding:
De afbeelding toont u de horizontale opstelling van alle voor de rotorblad-aansturing relevante onderdelen als de stuurknuppel
voor de pitchfunctie op de zender zich in de middelste stand bevindt. Controleer de instellingen heel nauwkeurig en stel
indien nodig de aanstuurstangen af.
Op de drie kleine schetsen aan de rechterzijde kunt u de aanbevolen rotorbladhellingshoek zien. In de vliegtoestand
„Normaal“ moet de waarde voor min. pitch -2° tot -3° bedragen.
De max. mogelijke pitchwaarden be/-13°.
De cyclische bladverstelling kan tot 10° bedragen.
Gebruik voor de controle van de instellingen een elektronische pitchmal.
Belangrijke opmerking!
Aangezien elektrische aandrijvingen met hoog vermogen heel gevaarlijk kunnen zijn, raden wij u aan de motor
altijd van de regelaar te ontkoppelen tijdens onderhouds- en afstelwerkzaamheden. Zo kan een ongewild aanlopen
van de mechaniek worden vermeden.