7
3.6 Na het reinigingsproces
Let erop, dat de tank na ieder reinigingsproces gereinigd dient te worden. Op de bodem van de
tank achtergebleven vuilresten verminderen het ultrasoonvermogen en kunnen schade aan de
tankbodem veroorzaken. Reinigingsvloeistoffen kunnen, naarmate de vervuiling toeneemt,
meermalen gebruikt worden. Door opnieuw toevoegen van reinigingsmiddel kunnen
reinigingsvloeistoffen niet weer opgefrist worden. Verbruikte reinigingsvloeistoffen hebben een
verminderde reinigingswerking en moeten ververst worden ( zie ook apparaatreiniging). Voor
verwijdering van de oude reinigingsvloeistoffen dienen de richtlijnen van de fabrikant gevolgd te
worden.
3.7 Voorbereiding van medische instrumenten
o
Als de ultrasoonreiniger in combinatie met desinfecteerpreparaten (medische product
klasse IIa) wordt gebruikt, om de desinfecteerwerking te ondersteunen of te versnellen,
geldt het apparaat als accessoire voor een medisch product en is het zelf als medisch
product klasse I in te delen.
o
Worden in de ultrasoonreiniger medische instrumenten gedesinfecteerd en gereinigd,
dan moet de hygiënische zekerheid na de behandeling worden gegarandeerd. De
reiniging en desinfecteer moet door de gebruiker worden uitgevoerd volgens de
geldende hygiëne regels met gebruik van een door bv. VAH/DGHM gecertificeerd
oppervlakte desinfecteermiddel.
4. Apparaatreiniging
o
Voor elke apparaatreiniging moet de netstekker uit het stopcontact gehaald worden.
o
Bij apparaten zonder een afvoer de tankinhoud via een hoek (linksachter) leeggieten en
daarbij voorkomen dat spatwater over de bodem of de kabelaansluiting loopt.
o
Apparaten niet afspoelen of in water onderdompelen.
o
De tank grondig uitspoelen en droogwrijven, geen staalwol, kras of schraap elementen
gebruiken.
o
Randen en resten in de tank zijn met een normaal in de handel verkrijgbare
roestvrijstaalreiniger zonder schuurmiddel te verwijderen.
Tip:
Achtergebleven metalen
deeltjes op het roestvrijstalen oppervlak zoals roestdeeltjes uit de waterleiding of van het
reinigingsobject kunnen de oppervlaktelaag van het roestvrijstaal aantasten, het
roestvrijstaal “activeren” en aldaar beginnen te roesten. Deze roest veroorzaakt corrosie op
het edelstaal en de tank kan lek raken.
o
Buitenzijde van het apparaat alleen vochtig afnemen, zo nodig een normaal in de handel
verkrijgbare roestvrijstaalreiniger zonder schuurmiddel gebruiken.
5. Functiestoringen
probleem
mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat trilt zwak,
onregelmatig of het geluid is te
luid
Vloeistof goed ontgast?
10 min. Trillen
Te veel objecten?
Enkele delen wegnemen
Onregelmatig geluid
Geen fout,
vulstand wijzigen
Vloeistof wordt niet warm
Vulstand te laag
Vloeistof afvullen
Verwarming defect
Ter reparatie aanbieden
Controlelamp brand niet
Lamp of verwarming defect
Ter reparatie aanbieden
Vloeistof wordt te warm
Warmte door kavitatie
Temperatuur lager instellen
Tank afgedekt
Deksel wegnemen
Apparaat kan niet aangezet
worden
Stroomtoevoer onderbroken
Apparaat aan het stroomnet
aansluiten/ zekering testen
Geen trilling
Elektronisch probleem
Ter reparatie aanbieden