DSC100
20
NL
NL
DSC100
21
Ÿ
Alvorens met de installatie te beginnen, moet u een thermomagnetische schakelaar of een differentieelschakelaar met
een maximale stroomsterkte van 10A stroomopwaarts van de installatie plaatsen. De schakelaar moet een omnipolaire
onderbreking van de contacten waarborgen, met openingsafstand van minstens 3 mm.
Ÿ
Differentieer en houd de vermogenkabels (met minimumdoorsnede van 1,5 mm²) altijd gescheiden van de
signaalkabels (met minimumdoorsnede van 0,5 mm²) om eventuele interferenties te vermijden.
Ÿ
Voer de verschillende aansluitingen uit en raadpleeg hiervoor de volgende tabellen en de bijgevoegde zeefdruk. Let er
in het bijzonder op dat alle voorzieningen die met dezelfde N.C. (normaal gesloten) ingang in serie verbonden moeten
worden, en dat alle voorzieningen die dezelfde N.O (normaal open) ingang delen in parallel worden aangesloten.
Ÿ
Een verkeerde installatie of een verkeerd gebruik van het product kan de veiligheid van het systeem in gevaar brengen.
Ÿ
Alle verpakkingsmaterialen moeten vanwege het mogelijke gevaar buiten het bereik van kinderen worden
gehouden.
Ÿ
De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid af voor een niet correcte werking van de automatisatie indien er geen
originele onderdelen en toebehoren worden gebruikt die geschikt zijn voor de voorziene toepassing.
Ÿ
Na de installatie moet u steeds grondig controleren of zowel het systeem als de gebruikte voorzieningen correct
werken.
Ÿ
Deze handleiding richt zich tot personen die bevoegd zijn om "apparaten onder spanning" te installeren, en
vandaar dat een goede kennis van de techniek is vereist. De installatie moet uitgevoerd worden door vakmensen
die de geldende voorschriften in acht nemen.
Ÿ
Het onderhoud moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel.
Ÿ
Alvorens reiniging- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, moet de apparatuur van het elektriciteitsnet
afgekoppeld worden.
Ÿ
De hier beschreven apparatuur mag alleen gebruikt worden voor het gebruik waarvoor het ontworpen is.
Ÿ
Het gebruik van de producten en hun bestemming voor andere dan de voorziene gebruiksdoeleinden is niet door
de
fabrikant uitgetest, en dus vallen de uitgevoerde werkzaamheden volledig onder de verantwoordelijkheid van
de
installateur.
Ÿ
Duid de automatisatie aan met behulp van duidelijk zichtbare waarschuwingsborden.
Ÿ
Waarschuw de gebruiker dat kinderen of huisdieren zich niet in de buurt van de poort mogen ophouden of spelen.
Ÿ
Bescherm op een geschikte manier de gevaarpunten (bijvoorbeeld met behulp van veiligheidslijsten).
PRODUCT BESCHRIJVING
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATIE
De elektronische besturing AS05780 kan een elektromagneet beheren die gebruikt wordt als toebehoren op een
schuifpoort om het systeem omkeerbaar of onomkeerbaar te maken.
• Jumper om het installatie type (omkeerbaar of onomkeerbaar) te selecteren.
• Mogelijkheid om een eindschakelaar te gebruiken om de poort vergrendeld te houden in opening.
• Automatische werking bij voeding van de besturing of na een commando.
• Mogelijkheid om met een knipperlichtsignaal van 12/24 Vdc of 230 Vac de werkingscyclus te activeren.
Apparatuur
DSC100 / AS05780
Type
Voeding
Voeding elektromagneet (aantrekspanning)
Voeding elektromagneet (houdspanning)
Kracht elektromagneet
Relais contact
Werkingstemperatuur
Elektronische besturing voor
de sturing van een elektromagneet
230 Vac, monofasig, 50/60 Hz
24 Vdc
12 Vdc
50 VA
250 Vac 16 A
-20°C +60°C
WAARSCHUWINGEN VOOR DE GEBRUIKER
INSTALLATIE ELEKTROMAGNEET – FIG 2.
In geval van defecten of storingen dient u de elektrische voeding vóór de apparatuur af te koppelen en de hulp van de
technische dienst in te roepen.
Controleer regelmatig de correcte werking van de beveiligingen. Eventuele herstellingen moeten uitgevoerd
worden door gespecialiseerd personeel dat gebruik maakt van originele en gecertificeerde reserveonderdelen.
Dit apparaat mag niet bediend worden door kinderen of personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke capaciteiten of zonder ervaring en kennis, of ze moeten op correcte wijze onderricht zijn.
Kom niet aan de besturing voor afstelling en/of onderhoud.
1. Verwijder het ontgrendelingsmechanisme nadat u de 2 inbusschroeven hebt losgedraaid. Dezelfde gaten M6
worden gebruikt om de elektromagneet te bevestigen.
2. Bevestig de steunflens (1) aan de behuizing van de motorreductor met behulp van de schroef met verzonken
kop (A).
3. Boor een gat in de behuizing van de motorreductor (Ø = 6) zodat het gat overeenkomt met het gat in de
sleufopening (2) en breng de kabels van de elektromagneet door de behuizing van de motorreductor.
4. Bevestig de elektromagneet (3) aan de flens met behulp van de cilindervormige schroef L=16 mm (B) en aan de
behuizing van de motorreductor door middel van de cilindervormige schroef L=30mm (C).
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN: KLEMMENBORDEN
Klem
Positie
Signaal
Beschrijving
J9
J5
Zie OPMERKING 1
J8
J3
J2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
L
N
COM_FC
FC
COM_STOP
STOP
NC_EM
NO_EM
COM_EM
L/S
S12/24
L12/24
L230
Ingang voeding 230 Vac
Ingang voeding 230 Vac
Gemeenschappelijke eindschakelaar
Ingang eindschakelaar
Gemeenschappelijke NOODSTOP drukknop
Ingang NOODSTOP drukknop (N.C.)
NC contact voor aansluiting van elektromagneet
NO contact voor aansluiting van elektromagneet
COM gemeenschappelijk contact voor aansluiting van elektromagneet
Gemeenschappelijk knipperlicht
Ingang knipperlicht 12/24 Vdc
Ingang knipperlicht 230 Vac
ZEKERINGEN
Positie
Waarde
Type
Beschrijving
F1
1 A
SNEL
Beschermt de besturing
WAARSCHUWING: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES.
Het is belangrijk voor de veiligheid van de personen dat deze aanwijzingen gevolgd worden.
Bewaar deze instructie handleiding.