NL
21
Gebruiksdoel
• Gesnoerde en gesmeerde 2 pk luchtcompressor met grote, 50 liter persluchttank.
Voorziet lucht aan verschillende pneumatische gereedschappen, waaronder spraypistolen
en steeksleutels
Het uitpakken van uw gereedschap
WAARSCHUWING: De eenheid is erg zwaar en dient niet door een enkele persoon uitgepakt
en gehanteerd te worden
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle kenmerken en
functies vertrouwd raakt
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Als er onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze vervangen worden voor u dit toestel /
gereedschap gebruikt
Voor gebruik
Transportwiel installatie
1. Plaats de eenheid op een zekere, vlakke ondergrond en leg de wielen (14) en
bevestigingsmiddelen klaar voor montage
2. Plaats de compressor voorzichtig op de zij zodat de bevestigingsgaten gemakkelijk
bereikbaar zijn
3. Schuif de as (16) door het midden van het wiel en door het bevestigingspunt
4. Draai vast met behulp van de bijpassende moer en sluitring
5. Herhaal stappen 1-4 voor de andere zijde
Rubberen voet installatie
1. Plaats de eenheid op een zekere, vlakke ondergrond zodat de voet bevestigingsgaten
bereikbaar zijn (Afb. I). Leg de voet (12) en bevestigingsmiddelen klaar voor montage
2. Schuif de bevestigingsbout door de onderzijde van de rubberen voet (Afb. II), door het
voet bevestigingsgat en draai deze met behulp van de bijpassende moer vast
3. Herhaal stap 1 en 2 aan de andere zijde
Luchtfilter installatie
1. De draad luchtinlaatpoort bevindt zich aan de zijkant van de cilinderkop (Afb. III)
2. Schroef de luchtfilter (15) in de luchtinlaatpoort
Het vullen met motorolie
WAARSCHUWING: De luchtcompressor is niet voorzien van motorolie. Probeer de motor
niet te starten zonder dat u de motor hebt voorzien van de geschikte hoeveelheid en type
motorolie
WAARSCHUWING: Maak enkel gebruik van het geschikte type motorolie (specificaties).
Dikke motorolie zorgt mogelijk voor verstoppingen dankzij een slechte circulatie bij een koude
start. Dunne motorolie is niet geschikt voor een juiste smering van de compressor
Let op: Plaats de compressor op een vlakke ondergrond voordat u deze vult met motorolie
en het olieniveau controleert
1. Plaat de compressor op een zekere, vlakke ondergrond
2. Verwijder de transportplug van het carter ontluchtingsfilter gat en berg de plug veilig op.
Het gat is nu bereikbaar
Let op: De compressor is voorzien van een externe olieniveau meter (5) (Afb. IV), voor een
gemakkelijke controle van het olieniveau
3. Vul de motor met geschikte olie tot het midden de rode vulmarkering op de meter. Verwijs
naar de specificaties betreft het juiste olie type
4. Schroef de ontluchtingsfilter (3) in het gat
Het monteren van de snelkoppeling
Let op: De machine is voorzien van twee verschillende snelkoppelingen:
EN-6 – Voornamelijk gebruikt in GB (Fig. A)
EQ-4 – Voornamelijk gebruikt in de EU (Fig. B)
• Selecteer de geschikte koppeling, passend bij het te gebruiken systeem en installeer als
volgt:
1. Breng PTFE-tape (niet inbegrepen) op de schroefdraad van de snelkoppeling (10) aan.
Dit helpt bij het verkrijgen van een luchtdichte afsluiting
Let op: Breng de tape strak en rechtsom om de koppeling, zodat het niet los komt wanneer
de koppeling in de machine geschroefd wordt
2. Verwijder de beschermende plug uit de luchtinlaat
3. Schroef de snelkoppeling met behulp van een steeksleutel (niet inbegrepen) in de
luchtinlaat onderaan het handvat
4. Sluit op de luchtslang aan, breng voorzichtig op druk en controleer op lekkages
(bijvoorbeeld door zeepwater op de aansluitingen aan te brengen)
• Luchtslangen met een bijpassende mannelijke snelkoppeling zijn een drukverbinding
Het controleren van ventielen en bevestigingsmiddelen
Let op: De werking van het druk verlosventiel (8) dient voor elk gebruik gecontroleerd te
worden. Een juiste werking is noodzakelijk voor een veilig gebruik van de compressor
• Zorg ervoor dat alle ventielen en bevestigingsmiddelen goed aangedraaid zijn
Gebruik
WAARSCHUWING: Bij het gebruik van de machine is het dragen van de geschikte
beschermende uitrusting, waaronder een gezichtsmasker, gehoorbescherming en
oogbescherming aanbevolen
Het in- en uitschakelen van de machine
1. De compressor dient ontkoppeld te zijn van alle machines en luchtslangen en de aan-/
uitschakelaar (6) dient in de uit-stand te staan
2. Sluit de machine op de netspanning aan
3. Duw de aan-/uitschakelaar omhoog, in de aan-stand om de compressor te starten
4. Laat de druk opbouwen. De tankdruk wordt weergegeven op de meter (7). Wanneer de
reservoirtankdruk (1) 8 bar bereikt, stopt de motor automatisch
5. Duw de aan-/uitschakelaar omlaag om de compressor uit te schakelen
Het aansluiten van pneumatische machines
• Machines zijn met behulp van een geschikte luchtslang en bijpassende mannelijke ¼”
bajonetkoppeling op de snelkoppeling (10) aan te sluiten
• Zorg ervoor dat machines in de uit-stand staat voordat deze op de compressor worden
aangesloten. Machine worden onmiddellijk van druk voorzien wanneer deze worden
aangesloten
• Sluit de luchtslang op de machine aan en druk de bajonetkoppeling in de snelkoppeling
van de compressor
• Wanneer de machine is aangesloten kan de uitgangsdruk aangepast worden. Draai de
drukregulator (11) rechtsom om de druk te verhogen. De druk wordt weergegeven op de
drukmeter (7)
• Ontkoppel de luchtslang door buitenlaag van de drukuitlaat terug te trekken en aan de
bajonetkoppeling te trekken. Let op: de slang en machine bevatten restdruk
270120_Z1MANPRO1.indd 21
22/07/2014 17:03