Lekindicator type LAG 2000 A
16 / 28
artikelnr. 15 072 56 d
Berekeningsvergelijkingen voor de inbouwmaat a (geldigheidsbereik TrbF)
a
min
=
D
x (
ρ
- 1) +
p
o,1
+ 30
[5]
Berekeningsvergelijking [5] geldt enkel met [6]
a
≥ w + 30
[6]
Tabel 7:
De volgende wijzigingen tegenover
tabel 6
(geldigheidsbereik TrbF):
Symbool Maateenheid Verklaring
Opmerking
30
[cm]
Veiligheidsmarge alleen bij
ondergrondse tanks
Conform VdTÜV-informatieblad
904
•
Het
diagram 3
voor ondergrondse tanks kan gebruikt worden voor de bepaling van de
minimale inbouwmaat
a
min
naargelang de dichtheid van het opslagmedium met de
parameter tankdiameter
D
of tankhoogte
L
.
Aannames met:
p
s,2
= 550 mbar,
w
= 0,
p
o,1
= 0
•
In tegenstelling tot de berekening van de inbouwmaat
a
conform EN 13160-3 wordt bij de
Berekening van de inbouwmaat
a
conform TRbF 501 en VdTÜV-informatieblad 904 de
onderrand van het LIV-reservoir als referentielijn gebezigd.
Minimale inbouwmaat a
min
voor ondergrondse tanks conform DIN 6608-2, DIN 6619-2
Diagram 3:
Bevestiging van het LIV-reservoir
Controleren op volledigheid en beschadiging.
Montageplaats vastleggen.
Aan een nabije wand, aan een voorziene armaturenkast
of met een statief van platte of hoekijzers aan het mangat
te bevestigen.
Montagehoogte voor bevestiging vastleggen
= inbouwmaat a + 28,7 cm.
Bevestigingsgaten horizontaal intekenen.
M
ini
m
al
e i
nbouw
m
aa
t
a
m
in
[c
m
]
Dichtheid van het vloeibare, op te slane bedrijfsmedium kg/L