Lekindicator type LAG 2000 A
artikelnr. 15 072 56 d
23 / 28
Als u vermoedt dat het apparaat niet meer zonder gevaar kan worden gebruikt, dan dient u dit
uit bedrijf te nemen. De veiligheid van de gebruiker kan door het apparaat in gevaar worden
gebracht, als bijvoorbeeld:
•
zichtbare schade aanwezig is
•
het niet meer overeenkomstig de voorschriften werkt
•
het gedurende langere tijd onder onjuiste omstandigheden is opgeslagen;
stuur het apparaat in twijfelgevallen voor reparatie of onderhoud naar de fabrikant
FOUTMELDING/BETEKENIS
Weergavelamp met activatie alarmzoemer aan de 1ste indicator of optioneel aan de
2de indicator als externe alarmtransmissie
Indien de lamp
A3
brandt terwijl de alarmzoemer
A4
geactiveerd wordt, is sprake van een
ondichtheid (lek).
•
Lekindicatievloeistof tot het midden van het kijkglas van het LIV-reservoir
bijvullen.
•
Verzegeling aan de toets
A2
verwijderen, toets
A2
in de stand ‘uit’ zetten.
Alarmzoemer
A4
en externe alarmtransmissie
schakelen uit.
Rode lamp
A3
dooft niet en brandt verder.
Er is sprake van een ondichtheid (lek).
De installatie verkeert niet meer in de beoogde toestand!
Een vakbedrijf de opdracht geven tot de controle van
de lekindicator en/of het verhelpen van het lek en het
terug in werking zetten van de installatie!
Terug in werking zetten van de installatie na verhelpen van het lek
•
De rode lamp
A3
aan de indicator, en optioneel aan de
2de indicator, dooft.
•
Toets
A2
bevestigen in de stand ‘aan’.
•
Op de toets
A2
de verzegeling (zie LIJST VAN
TOEBEHOREN) vervangen.
Groene lamp
A1
brandt terug.
De storingvrije werking van het lekindicatiesysteem
kan aan de 1ste indicator en optioneel aan de 2de
indicator worden herkend.