NL
40
Het apparaat is voorzien van een overstroombeveiliging, bij overbelasting wordt
het apparaat uitgeschakeld. In dit geval de netstekker uit de contactdoos trekken
en het apparaat ca. 10 minuten laten afkoelen. Daarna is het apparaat weer klaar
voor gebruik.
1. Het apparaat op een droge, vlakke en stevige ondergrond plaatsen met voldoende
vrije ruimte naar boven en alle zijkanten. Let op dat er naar boven zo veel vrije ruimte
beschikbaar moet zijn, dat de roerarm (
12
) omhoog kan worden geklapt.
2. Zorg ervoor dat de zuignappen (
8
) goed aan de ondergrond hechten.
3. De gewenste ingrediënten in de beslagkom (
10
) doen.
4. De beslagkom in het hoofdapparaat (
7
) plaatsen en het gewenste opzetstuk
aanbrengen (zie “Toebehoren aanbrengen / loshalen”).
5. De netstekker aansluiten op een contactdoos die is geïnstalleerd volgens de voor-
schriften. De LED-ring (
2
) knippert. Het apparaat bevindt zich in de stand-by-modus.
6. Met behulp van de draaischakelaar (
3
) een geschikte snelheidsstand instellen:
0
Uit
1 – 3
Langzaam mengen, roeren en kneden
4 – 6
Snel mengen, roeren en kneden
P
Puls (korte stand op maximale snelheid)
Om de korte stand te activeren, moeten draaischakelaar voor de gewenste duur
op de stand
P
worden gehouden.
De opname (
11
) beweegt zich cirkelvormig in de beslagkom en het opzetstuk roteert
rond de eigen as. De LED-ring brandt continu zolang het apparaat is ingeschakeld.
7. Om het apparaat uit te schakelen, de draaischakelaar op stand
0
zetten. De LED-ring
knippert. Het apparaat bevindt zich in de stand-by-modus.
8. Trek de netstekker uit de contactdoos. De LED-ring gaat uit.
VOORZICHTIG – Verwondingsgevaar door draaiende apparaatonderdelen!
Altijd wachten tot het inzetstuk volledig tot stilstand is gekomen voordat de
roerarm wordt omhoog geklapt.
9. Het gebruikte opzetstuk en de beslagkom losmaken (zie “Toebehoren aanbrengen /
loshalen”).
Reinigen en opbergen
OPGELET!
■
Reinig het apparaat direct na elk gebruik om de vorming van ziektekiemen te voor-
komen.
■
Gebruik voor het reinigen geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen. Deze
kunnen de oppervlakken beschadigen.
1. Zorg ervoor dat het apparaat van het stroomnet is ontkoppeld!
2. Indien niet reeds gebeurd, de beslagkom (
10
) en het gebruikte opzetstuk van het
apparaat losmaken.
3. De beslagkom en het opzetstuk reinigen met warm water en een mild afwasmiddel.