55
NL
Het apparaat plaatsen en aansluiten
OPGELET!
■
Zet het apparaat op een droge, vlakke, stevige en hittebestendige ondergrond. Plaats
het apparaat nooit op een zachte ondergrond. De ventilatiesleuven aan de onderkant
van het apparaat mogen niet zijn afgedekt. Anders zou het apparaat oververhit en
beschadigd kunnen raken.
■
Plaats het apparaat met een vrije ruimte naar alle kanten (minimaal 20 cm) en naar
boven (minimaal 30 cm).
■
Het apparaat heeft rubberen voetjes. Sommige meubelen zijn voorzien van bepaalde
materialen die de rubberen voetjes kunnen aantasten. Voor de zekerheid eventueel
een onderlaag onder het apparaat leggen.
1. Plaats het apparaat op een geschikte ondergrond en neem daarbij de
veiligheidsaanwijzingen en opmerkingen aan het begin van dit hoofdstuk in acht.
2. Het aansluitsnoer volledig afwikkelen.
3. Steek de netstekker in een goed toegankelijke contactdoos die volgens de voor-
schriften is geïnstalleerd.
Veiligheidsvoorzieningen
• Het apparaat is voorzien van een interne timer (tijdschakelaar). Na afl oop van de in-
gestelde timertijd wordt de warmtetoevoer automatisch uitgeschakeld. Om het appa-
raat opnieuw in te schakelen, de timer (
9
) opnieuw instellen (zie hoofdstuk ‘Gebruik’).
• Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de schuifl ade (
7
) uit het ap-
paraat wordt getrokken. Voor uw eigen veiligheid moet het apparaat altijd eerst wor-
den uitgeschakeld door de timer in stand
0
te zetten, voordat de schuifl ade uit het
apparaat wordt genomen.
Tips
• Dit apparaat werkt met hete lucht. In het algemeen laten zich alle etenswaren berei-
den die zich ook in een gewone convectieoven laten bereiden. Het is o.a. geschikt
voor het met hete lucht grillen van friet en aardappelpartjes uit verse aardappelen,
voor de bereiding van diepgevroren friet en andere diepgevroren kant-en-klare pro-
ducten en voor de bereiding van allerlei soorten fi jngesneden levensmiddelen (zowel
verse groente als vers vlees en verse vis).
• Over het algemeen is het niet nodig om het apparaat voor te verwarmen. Bij het be-
reiden van etenswaren met een zeer nauwkeurige gaartijd is het toch aan te raden
om het apparaat voor te verwarmen om de gaartijd exact te kunnen vaststellen. Om
het apparaat voor te verwarmen stelt u met de temperatuurregelaar (
8
) de gewenste
gaartemperatuur in en met de timer (
9
) een tijd van meer dan drie minuten. Wanneer
het temperatuurcontrolelampje (
2
) uitgaat (na ca. 3 minuten) heeft het apparaat de
ingestelde temperatuur bereikt.