47
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
hoogste prioriteit bij het ontwerp van dit product, waardoor
het eenvoudig te onderhouden en gebruiken is.
WAARSCHUWING
Het gebruik van gereedschap kan ertoe leiden dat
vreemde voorwerpen in de ogen terechtkomen
wat kan leiden tot ernstige oogschade. Vooraleer
u het gereedschap begint te gebruiken, dient u
steeds gezichtsbescherming of een veiligheidsbril
met zijdelingse bescherming of, indien nodig, een
volledig gezichtsscherm te gebruiken. Wij raden
breedzichtveiligheidsmaskers aan voor gebruik op
een bril of een normale veiligheidsbril met zijdelingse
bescherming. Gebruik altijd gezichtsbescherming
conform EN 166.
VERKLARING
1.
Aan/uit-hendel
2. Startknop
3. Motorbesturingskabel
4. Bovenste handvat
5. Onderste handgreep
6.
Hoogteafstellingshendel
7. Voorwiel
8. Achterwiel
9. Grasopvangbak
10. Vlindermoeren
11. Bout
12.
Handgreep grasopvangbak
13. Gleuven
14. Achterdeur
15. Achterste uitlaatopening
16. Deurstaaf
17.
Haken
18. Snoerhouder
19.
Zaagblad
20. Bladinsulator
21. Afstandsring
22. Maaibladmoer
23. Deksel voorwiel
24. 30. Gespleten pin
25. Sluitring
26. Voorste as
27. Deksel achterwiel
28. Achterste as
29. Bladhouder
30. Motoras
31.
Houtblok (niet inbegrepen)
32. Speciale sleutel (niet inbegrepen)
Uw machine is dubbel geïsoleeerd uit
veiligheidsoverwegingen en hoeft geaard te zijn. De
openingsspanning bedraagt 220-240V AC, 50 Hz. Gebruik
uitsluitend goedgekeurde verlengsnoeren.
Verlengsnoeren mogen uitsluitend worden gebruikt als ze
overeenstemmen met types H05VV-F, H05RN-F of IEC-
type ontwerp (60227 IEC 53, 60245 IEC 57).
Als u een verlengsnoer wilt gebruiken terwijl u uw product
bedient, mogen uitsluitend de volgende kabelafmetingen
worden gebruikt:
●
1.5 mm
2
: max. lengte 60 m
●
2.5 mm
2
: max. lengte 100 m
Opmerking:
Al seen verlengsnoer wordt gebruikt, moet
het geaard zijn en via de stekker van uw voiding met
de aarding zijn verbonden, in overeenstemming met de
voorgeschreven veiligheidsinstructies.
WAARSCHUWING
Ongeschikte verlengsnoeren kunnen gevaarlijk zijn.
Verlengsnoeren, contactdoos en stekker moeten
waterdicht zijn en geschikt voor buitenshuis gebruik.
WAARSCHUWING:
voor uw veiligheid is het vereist
dat de stekker van de machine is aangesloten op
de verlengkabel. De koppeling van de verlengkabel
moet beschermd worden tegen opspattend water en
moet gemaakt zijn van rubber of een rubberen coating
hebben. De verlengkabel moet worden gebruikt met een
kabelklem. De verbindingskabel moet regelmatig worden
nagekeken op tekenen van schade en mag alleen worden
gebruikt als deze in perfecte staat verkeerd.
VOORGESCHREVEN GEBRUIK
Dit product is geschikt voor huishoudelijk grasmaaien.
MILIEUBESCHERMING
Elektrisch afval mag niet samen met ander
huishoudafval worden weggegooid. Gelieve
te recycleren indien de mogelijkheid bestaat.
Neem contact op met uw lokaal bestuur of
handelaar om advies te krijgen over recyclage.
ONDERHOUD
Het onderhoud vereist extreme voorzichtigheid en
deskundigheid en mag enkel door een gekwalifi ceerde
onderhoudstechnicus worden uitgevoerd. Wij raden u
aan het toestel voor herstellingen naar uw dichtstbijzijnde
erkende onderhoudsdienst terug te brengen. Gebruik voor
het onderhoud alleen identieke vervangingsonderdelen.
Dit product heeft veel eigenschappen die het gebruik
ervan aangenamer maken.
Veiligheid, prestaties en betrouwbaarheid kregen de
■ Voor u de machine gebruikt, controleert u altijd visueel
dat het maaiblad, de maaibladbout en de montage niet
■
Als het snoer tijdens het gebruik beschadigd raakt,
trekt u het snoer onmiddellijk uit de contactdoos. RAAK
HET SNOER NIET AAN VOOR U DE VOEDING
HEBT LOSGEKOPPELD. Gebruik de machine niet als
■
■
■ Zorg er altijd voor dat u op een helling stabiel staat.
■ Wandel altijd, loop nooit.
■ Maai dwars op een helling, nooit van boven naar
■
■
■
■ Stop het maaiblad/de maaibladen als de machine
■
veiligheidsvoorzieningen, bijvoorbeeld deflectoren en/
■
maaiblad/de maaibladen.
■ Kantel de machine niet als u de motor inschakelt,
■
■
onderdelen. Houd steeds weg van de uitlaatopening.
■
■
Zorg ervoor dat alle bewegende onderdelen volledig
● als u de machine verlaat,
●
vrijmaakt,
● voor u de machine controleert, reinigt of ermee
werkt,
●
● op schade controleren,
●
repareren,
●
■ Houd alle moeren,bouten en schroeven stevig
■
■
■
■
■ Als u de maaibladen onderhoudt, houd dan altijd
■
■
■
■