50
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
Zie afbeelding 9-10.
Kantel de grasmaaier op zijn kant. Stop een blok hout
Verwijder
de
maaibladmoer,
afstandsring,
Zorg ervoor dat de maaibladhouder volledig tegen de
Plaats een nieuw snijblad op de as. Zorg ervoor dat
het maaiblad goed is geïnstalleerd, waarbij de as
op het maaiblad worden gebracht. Zorg ervoor dat
grond toe. Als het maaiblad goed is geïnstalleerd,
Vervang de maaibladisolator en afstandsring, draad
Zorg ervoor dat alle onderdelen in precies
is vastgemaakt. Het aangewezen draaimoment voor
de maaibladmoer is 62.5~71.5 kgf cm (350-400 in. lb).
Zie afbeelding 11.
Om ervoor te zorgen dat de wielen vlot draaien, moet het
Vervang de sluitringen, pinnen en de wieldeksels.
om beschadigde, ontbrekende of losse onderdelen, zoals
schroeven, moeren, bouten, doppen, etc.
voor schade, veroorzaakt door verschillende soorten
worden beschadigd. Gebruik schone doeken om vuil, stof,
olie, vet, etc. te verwijderen.
Laat op geen elk moment remvloeistoffen, benzine,
producten op petroleumbasis, penetrerende oliën,
Chemicaliën
kunnen
kunststof
beschadigen,
verzwakken of vernietigen, wat kan leiden tot ernstige
smeermiddel van hoge kwaliteit gesmeerd, wat zou
veiligheidshandschoenen te dragen en/of de snijranden
het gebruik, wat kan leiden tot ernstige letsels voor de
gebruiker en/of grasmaaier of materiële schade.
isolatorsleutel voor u onder de grasmaaier reinigt.
BEDIENING OP HELLINGEN
WAARSCHUWING
Hellingen zijn een belangrijke factor verbonden met
wegglijden en vallen, wat kan leiden tot ernstige
letsels. Werken op hellingen veronderstelt bijzondere
voorzichtigheid. Indien u zich op een helling
ongemakkelijk voelt, maai deze dan niet. Probeer voor
uw eigen veiligheid geen hellingen te maaien van meer
dan 15 graden.
■ Maai dwars langs hellingen, nooit op en neer. Wees
uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van
richting verandert.
■ Kijk uit voor gaten, sporen, stenen, verborgen
voorwerpen of obstakels die ervoor kunnen zorgen
dat u struikelt of wegglijdt. Lang gras kan hindernissen
verbergen. Verwijder alle voorwerpen, zoals stenen,
takken, enz. waarover u kunt vallen of die door het
snijblad kunnen worden weggeslingerd.
■
Wees altijd zeker de manier waarop u staat.
Wegglijden of vallen kan ernstige letsels veroorzaken.
Als u voelt dat u het evenwicht verliest, laat u de aan/
uit-handel onmiddellijk los.
■ Maai niet in de buurt van afgronden, grachten of
oevers; u kunt uw evenwicht of vaste ondergrond
verliezen.
GRASOPVANGBAK LEEGMAKEN
Zie afbeelding 8.
1.
Stop de grasmaaier, laat de maaibladen volledig tot
stilstand komen en verwijder de isolatorsleutel.
2.
Hef de achterste deur op.
3.
Houd de grasopvangbak aan de handgreep vast om
deze van de grasmaaier te verwijderen.
4. Verwijder het grasafval.
5.
Hef de achterste deur op en herinstalleer
de grasopvangbak, zoals eerder in deze
gebruiksaanwijzing beschreven.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Wanneer u onderhoud uitvoert mag u uitsluitend
geautoriseerde vervangonderdelen gebruiken. Het
gebruik van enige andere onderdelen kan gevaarlijk
zijn of schade aan het toestel veroorzaken.
om te voorkomen dat het verlengsnoer van het stroomsnoer
wordt ontkoppeld terwijl de grasmaaimachine in gebruik
is. De snoerhouder hangt van de snoergeleider af.
OPMERKING:
Vebind het verlengsnoer niet met de
contactdoos tot de machine met de snoerhouder is
verbonden en met de grasmaaimachine is verbonden.
Om de snoerhouder te monteren:
■
Vouw het verlengsnoer zodnaig dat er in de buurt van
de snoerhouder een strakke lus ontstaat..
■
Druk de lus door de onderste opening in de houder.
■
Schuif de lus nu over de houderclip en trek naar
beneden tot het snoer is vastgemaakt.
GRASMAAIMACHINE STARTEN/STOPPEN
Zie afbeelding 6.
Motor starten:
■
Verbind de grasmaaimachine met een voor buitenshuis
gebruik goedgekeurd verlengsnoer
■
Druk op de startknop en houd deze ingedrukt
■
Trek de handgreep naar omhoog om de
grasmaaimachine te starten en laat los.
Om de grasmaaier te stoppen,
■ Laat u de aan/uit-hendel los.
MAAITIPS
■ Zorg ervoor dat het gazon vrij is van stenen, stokken,
kabels en andere voorwerpen die de maaibladen
of motor van de grasmaaier zouden kunnen
beschadigen. Maai niet over palen of andere metalen
palen. Zulke voorwerpen kunnen per ongeluk door de
grasmaaier in gelijk welke richting worden opgeworpen
en ernstige verwondingen bij de bediener en anderen
veroorzaken.
■
Voor een gezond gazon maait u altijd een derde of
minder van de totale lengte van het gras.
■ Maai geen nat gras, het zal aan de onderkant van de
behuizing blijven vasthangen en voorkomen dat het
grasafval goed in de graszak terechtkomt of wordt
uitgelaten.
■
Bij nieuw of dik gras kan een smallere maaibreedte of
een hogere maaihoogte nodig zijn.
■
Reinig de onderkant van de behuizing na elk gebruik
om grasafval, bladeren, vuil en andere opgehoopt puin
te verwijderen.
■ Wanneer u lang gras maait, stapt u best trager om
efficiënter maaien toe te laten en ervoor te zorgen dat
het afval goed wegraakt.
OPMERKING:
Stop de grasmaaier altijd, laat de
maaibladen volledig tot stilstand komen en verwijder de