71
Nederlands
NL
FR
EN
DE
ES
IT
PT
SV
DA
NO
FI
HU
CS
RU
RO
PL
SL
HR
ET
LT
LV
SK
BG
33. Zaag van bovenaf (overstuk) en vermijd om in de
grond te zagen
34. Tak aan een uiteinde ondersteund.
35. Onderstuk
36. Overstuk
37. Tak aan beide uiteinden ondersteund.
38. Een tak in stukken zagen
39. Sta aan de bovenzijde van de helling wanneer u
zaag want de tak kan naar beneden rollen.
40. Accupak
41. Knop accuknipsluiting
42. Lader
43. Oplaadkabel
MONTAGE
Deze kettingzaag vereist geen montage, maar de
gebruiker moet weten hoe het zwaard en de zaagketting
worden gemonteerd. Controleer voor elk gebruik ook
de kettingspanning en voeg olie toe zoals in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven.
Zwaard en zaagketting monteren
Zie afbeelding 2-7.
Let op dat u het accupack van het toestel heeft
verwijderd. draag beschermende kleding.
Draai de spanknop van het aandrijfwieldeksel los
(item 15) en verwijder het aandrijfwieldeksel.
De zaagketting moet in de richting van de
kettingrotatie wijzen. Indien deze andersom wijst,
draait u de ketting om.
Plaats de kettingschakels in de groeven van het
zwaard.
Plaats de ketting zo dat er achteraan het zwaard een
lus is.
Houd de ketting op zijn plaats op het zwaard en
plaats de lus rond de omkeerster en zorg ervoor
dat deze juist wordt gemonteerd Zorg ervoor dat de
geleideropening goed met de bouten (item 16) past
voor de kettingzaagspanning.
Vervang het aandrijfwieldeksel, draai de afstelknop
voor de kettingspanning (item 13) in de richting van
de wijzers van de klok tot de kettingzaag goed is
aangespannen. De kettinggeleider moet dan naar
boven worden geduwd; controleer de kettingspanning
opnieuw; span de ketting niet te strak aan.
Nadat de ketting goed is aangespannen, draait u de
knop (item 15) opnieuw vast.
Opmerking:
de zaagketting is voldoende aangespannen
als het midden van de zaag 3 tot 4 mm van de bovenste
rand kan worden opgetild. Wanneer u de zaag opnieuw
start met een nieuwe zaagketting, laat deze dan 2 à 3
minuten draaien.
WAARSCHUWING
Na de inlooptijd controleert u de kettingspanning
opnieuw en spant u indien nodig de ketting weer aan.
WERKING
Voor volledige oplaadinstructies, verwijzen wij naar
de gebruiksaanwijzing voor uw Greenworkstools
accupack en oplaadmodellen.
OPMERKING:
Om ernstige letsels te vermijden,
verwijdert u het accupack en houd u de handen weg
van de vergrendelknop wanneer u het werktuig draagt of
transporteert.
VOOR ELK GEBRUIK
KETTINGSPANNING CONTROLEREN (Fig. 2)
WAARSCHUWING
Trek de stekker van de kettingzaag altijd uit het
stopcontact voor u de kettingspanning controleert
of de ketting afstelt. Draag beschermhandschoenen
wanneer u de ketting, het zwaard of de omgeving van
de ketting aanraakt.
Trek de ketting in het midden onderaan het zwaard
weg van het zwaard. De opening tussen de zaag in
de ketting en het zwaard moet tussen de 3 en 4 mm
bedragen.
ACCUPACK INSTALLEREN
Zie afbeelding 2.
Plaats het accupack in de kettingzaag. Lijn de
opgeheven ribben op het accupack met de groeven
in de accupoort van de kettingzaag.
Zorg ervoor dat de knipsluiting aan de onderkant
van het accupack op zijn plaats vastklikt en dat het
accupack volledig in de zitting is bevestigd en goed in
de kettingzaag is vastgemaakt voor u met de trimmer
begint te werken.
ACCUPACK VERWIJDEREN
Zie afbeelding 2.
Laat de aan/uit-knop los om de kettingzaag te
stoppen.
Druk op de knop van de accuknipsluiting aan de
onderkant van het accupack en houd deze ingedrukt.
Verwijder het accupack van de kettingzaag.
KETTINGOLIE CONTROLEREN
Controleer de hoeveelheid olie in de kettingzaag
door de oliepeilmeter (7) af te lezen. Indien
het oliepeil zich binnen het laatste derde van de
RCS36-23lgs manual.indd 71
RCS36-23lgs manual.indd 71
2010/12/30 3:14
2010/12/30 3:14