38
NL
• Werk nooit zonder grasvang-
zak of stootbescherming. Houd
u altijd op een veilige afstand
tot de uitwerpopening.
• Start de motor niet wanneer u
vóór de uitwerpschacht staat.
Opgelet: gevaar! Mes loopt
na. Er bestaat gevaar voor
verwondingen.
• Het apparaat mag niet opgetild
of getransporteerd worden zo-
lang de motor draait. Schakel
het apparaat uit als het voor
het transport gekanteld moet
worden als andere oppervlak-
ten dan gazons overgestoken
moeten worden en wanneer
het apparaat naar en weg van
de te maaien oppervlakten ge-
bracht wordt.
• Houd de grasuitwerpopening
steeds netjes en vrij. Verwijder
snoeiafval enkel bij stilstand
van het apparaat.
• Laat het apparaat nooit zon-
der toezicht op het werkterrein
achter.
• Werk niet met een bescha-
digd, onvolledig of zonder de
toestemming van de fabrikant
omgebouwd apparaat. Ge-
bruik het apparaat nooit met
beschadigde beschermingsin-
richtingen, afschermingen of
ontbrekende veiligheidsme-
chanismen, zoals richtingwijzi-
gende of grasvanginrichtingen.
• Overbelast uw apparaat niet.
Werk uitsluitend in het aange-
geven vermogensgebied en
wijzig de regelaarinstellingen
aan de motor niet. Gebruik
geen machines meteen laag
prestatievermogen voor zware
werken. Gebruik uw apparaat
niet voor doel einden, waarvoor
het niet bestemd is.
• Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van ontvlam-
bare vloeistoffen of gassen. Bij
veronachtzaming bestaat er
brand- of explosiegevaar.
• Nooit het apparaat optillen of
wegdragen wanneer de motor
draait.
• Schakel het apparaat uit en
trek de netstekker uit:
- altijd, wanneer u de machine
verlaat,
- voordat u de uitwerpopening
reinigt of blokkeringen ver-
helpt,
- wanneer het apparaat niet
gebruikt wordt,
- voordat u het apparaat
controleert, reinigt of eraan
werkt,
- wanneer het apparaat tijdens
het werken op een vreemd
voorwerp gestoten is of wan-
neer er zich ongewone tril-
lingen voordoen. Onderzoek
in dit geval het apparaat op
beschadigingen en laat het
eventueel repareren.
- Zorg ervoor dat alle moeren,
bouten en schroeven vast
aangedraaid zijn.
- Controleer de maaier op
eventuele beschadigingen.
- Voer de noodzakelijke repa-
raties van beschadigde on-
derdelen door.
• Breng handen en voeten nooit
in de nabijheid van of onder
roterende onderdelen. Bij cir-
Summary of Contents for 28528416
Page 3: ...3 6 7 18 8 20 21 17 19 17 17 ...
Page 162: ...162 B 46649 20201113 rev02_ms ...
Page 164: ......