44
NL
Werken met de grasmaaier
Het regelmatige maaien zet de grasplant
tot een versterkte bladvorming aan, maar
laat tegelijkertijd onkruidplanten afsterven.
Daarom wordt het gazon telkens nadat er
gemaaid werd dichter en ontstaat er een
gelijkmatig belastbaar gazon.
De eerste snoeibeurt vindt plaats onge-
veer vanaf april bij een groeihoogte van
70 - 80 mm. In de hoofdvegetatietijd wordt
het gazon minstens één keer per week
gemaaid.
• Leid het apparaat stapvoets in zo recht
mogelijke banen. Om volledig te maai-
en, dienen de banen zich altijd enkele
centimeters te overlappen.
• Stel de snoeidiepte zodanig in, dat het
apparaat niet overbelast wordt. In het
andere geval kan de motor beschadigd
worden.
• Werk op hellingen altijd dwars op de
helling. Wees uiterst voorzichtig wan-
neer u achteruitstapt en het apparaat
voorttrekt.
• Reinig het apparaat telkens na gebruik
zoals in hoofdstuk „Reiniging/ onder-
houd/opslag“ beschreven.
Schakel na het werk en voor
het transport het apparaat uit,
trek de netstekker uit en wacht
de stilstand van het mes af. Er
bestaat gevaar voor lichamelijke
letsels.
Reiniging/onderhoud/
opslag
Laat werkzaamheden, die niet
in deze handleiding beschreven
zijn, door een door ons gemach
-
tigde klantenserviceafdeling
doorvoeren. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.
Draag bij de omgang met het mes
handschoenen.
Schakel vóór alle onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden het ap-
paraat uit, trek de contactchip
(
17) uit en wacht de stilstand
van het mes af. Er bestaat gevaar
voor lichamelijke letsels.
Schakel het apparaat uit en verwij-
der vóór alle werkzaamheden de
accu uit het apparaat.
Voer volgende reinigings- en onderhouds-
werkzaamheden regelmatig door. Daar-
door is een lang en gebruikbaar gebruik
gegarandeerd.
Algemene reinigings- en on-
derhoudswerkzaamheden
Spuit de grasmaaier niet met
water schoon.
• Houd het apparaat steeds netjes. Ge-
bruik voor de reiniging een vorstel of
een doek, maar geen reinigings- c.q.
oplosmiddelen.
• Verwijder na het maaien vastklevende
plantenresten met een stuk hout of
plastic van de wielen, de ventilatie-
openingen, de uitwerpopening en
het bereik van de messen. Gebruik
geen harde of puntige voorwerpen, ze
ouden het apparaat kunnen beschadi-
gen.
• Smeer van tijd tot tijd de wielen met
olie in.
• Controleer de grasmaaier telkens vóór
gebruik op klaarblijkelijke tekortkomin-
Summary of Contents for 28528416
Page 3: ...3 6 7 18 8 20 21 17 19 17 17 ...
Page 162: ...162 B 46649 20201113 rev02_ms ...
Page 164: ......