73
NL
- Tankdeksel voorzichtig openen op-
dat de overdruk kan afnemen.
- Bij het tanken niet roken.
- Huidcontact en het inademen van
de dampen vermijden.
- Gemorste benzine verwijderen.
- Benzine op een veilige afstand tot
vonken, open vlammen en andere
ontstekingsbronnen houden.
- Benzineresten op een milieuvrien-
delijke wijze afvoeren (zie „Afvoe
-
ren/milieubescherming“).
- Gebruik geen mengsels van
benzine met olie.
- Gebruik loodvrije normale of su-
perbenzine.
Bij het gebruik van biobrandstof
mag die met niet meer dan 10%
ethanol zijn gemengd.
-
Gebruik uitsluitend zuivere ben-
zine.
- Bewaar benzine niet langer dan
één maand lang omdat de kwa-
liteit van benzine verslechtert.
1.
Schroef het tankdeksel (
8
)
los en giet benzine tot aan de
onderkant van de vulpijp
(32) in.
Giet de tank niet helemaal vol
opdat de benzine plaats heeft
om uit te zetten.
2.
Veeg rond het tankdeksel benzi-
neresten af en sluit het tankdek-
sel terug.
Bediening
Een zekere mate van geluidslast
door dit apparaat valt niet te ver-
mijden. Plan luidruchtig werk in op
toegestane en daarvoor voorziene
periodes. Houd u evt. aan rust-
tijden en beperk de duur van de
werkzaamheden tot een minimum.
Er dient geschikte oorbescherming
gedragen te worden, voor uw
persoonlijke bescherming en de
bescherming van personen in uw
nabijheid.
Motor starten en stoppen
Waarschuwing! Benzine is ont-
vlambaar. Start de motor op een
afstand van minstens 3 m van de
plaats, waar ze ingegoten wordt.
Dit levert brandgevaar op.
Start het apparaat op een vaste,
effen vloer, zo mogelijk niet in hoog
gras. Vergewis u dat het snoeige-
reedschap noch voorwerpen, noch
de grond raakt.
Voor uw veiligheid: Sta achter het
apparaat als u het start.
Controleer regelmatig benzine en
oliepeil (zie „Ingebruikname“) en
vul tijdig bij.
3x
RUN
STOP
START
Koude start:
1. Bij de koude start drukt
u 3 x op de benzinepomp
(33) (Primer).
2.
Trek de veiligheidsbeugel
(2a)
in de richting van de hoofd-
ligger van de handgreep
(1)
en
houd deze tegen.
3.
Trek aan de startergreep
(26).
4.
Wanneer de motor start, laat u de
startergreep langzaam terug in
de startkabelgeleiding
(3)
glijden.