80
NL
risico voor verwondingen afnemen.
• Controleer het terrein, waarop het
apparaat gebruikt wordt, en verwijder
alle voorwerpen (bijvoorbeeld stenen,
stokken, draden), die vastgegrepen
en weggeslingerd kunnen worden.
•
Waarschuwing
: benzine is in hoge
mate ontbrandbaar. Vuur of ontploffin-
gen kunnen tot ernstige brandwonden
leiden:
- Bewaar benzine uitsluitend in de
daarvoor voorziene reservoirs.
- Tank uitsluitend in de open lucht en
rook niet terwijl u benzine ingiet.
- Benzine dient vóór de start van de
motor ingegoten te worden. Terwijl
de motor draait of bij een heet ap-
paraat mag de tankdop niet geo-
pend of benzine bijgevuld worden.
- Indien er benzine overgelopen is,
mag er geen poging ondernomen
worden, de motor te starten. In
plaats daarvan dient het apparaat
van het door benzine bevuilde op-
pervlak gereinigd te worden. Iedere
ontstekingspoging dient vermeden
te worden totdat benzinedampen
verdampt zijn.
- Omwille van de veiligheid dienen
benzinetank- en andere tankdoppen
bij beschadiging uitgewisseld te
worden.
• vervang defecte geluiddempers.
• Vóór het gebruik dient er altijd een
visuele controle doorgevoerd te wor-
den, of het snoeigereedschap, de
bevestigingsbouten en de complete
snoei-eenheid versleten of bescha-
digd is/zijn. Om een onbalans te
vermijden, mag/mogen versleten of
beschadigd gereedschap en bouten
slechts per paar uitgewisseld worden.
• Wees voorzichtig bij apparaten met
verschillend snoeigereedschap omdat
de beweging van een mes tot rotatie
van de overige messen kan leiden.
• Gebruik uitsluitend reserveonderdelen
en aan slijtage onderhevige toebeho-
ren, die door de fabrikant geleverd en
aanbevolen worden. Het gebruik van
vreemde onderdelen kan tot verwon-
dingen leiden en heeft een onmiddellijk
verlies van de garantieclaim tot gevolg.
Hantering:
• Laat de verbrandingsmotor niet draai-
en in gesloten lokalen, waar er zich
gevaarlijk koolmonoxide kan ophopen.
• Maai uitsluitend bij daglicht of bij een
goede kunstmatige verlichting. Een
onverlicht werkterrein kan tot ongeval-
len leiden.
• Vermijd zo mogelijk het gebruik van
het apparaat bij nat gras.
• Let altijd op een veilige stand, in het
bijzonder op hellingen. Daardoor kunt
u het apparaat in onverwachte situa-
ties beter controleren.
- Werk altijd dwars op de helling,
nooit op- of neerwaarts.
- Wees uiterst voorzichtig als u de
rijdrichting op de helling wijzigt.
- Maai niet op overdreven steile hel-
lingen (max. 10°).
• Beweeg het apparaat slechts stap-
voets voort.
• Wees uiterst voorzichtig wanneer u het
apparaat omkeert of het naar u toe trekt.
• Houd het snoeigereedschap stil wan-
neer het apparaat gekanteld moet
worden, voor het transport op andere
vlakten dan gras en wanneer het ap-
paraat van de te maaien vlakte weg of
in de richting van de te maaien opper-
vlakte voortbewogen wordt.
• Gebruik nooit het apparaat met be-
schadigde beschermingsinrichtingen
Summary of Contents for BRM 46-150 BSA InStart
Page 3: ...3 32 D 29 16 16a 30 26 23 23 25 34 33 18 33 33 18 20 35 36 31 8 37 37 38 38 ...
Page 4: ...4 8 37 37 40 39 2 1 3 28 11 12 13 10 41 42 43 44 45 ...
Page 6: ...6 ...
Page 210: ...210 ...
Page 220: ......
Page 223: ...B 42179_2018 01 15_ts ...
Page 224: ......