81
NL
of beschermroosters of zonder aan-
gebouwde beschermingsinrichtingen,
bijvoorbeeld stootbescherming en/of
grasvanginrichtingen. Daardoor wordt
ervoor gezorgd dat de veiligheid van
het apparaat gehandhaafd blijft.
• Wijzig de regelaarinstelling van de
motor niet of draai deze niet dol. U zou
het apparaat kunnen beschadigen.
• Voordat u de motor start, ontkoppelt u
al het snoeigereedschap en alle aan-
drijvingen.
• Start of activeer de startschakelaar
met voorzichtigheid en dit in overeen-
stemming met de door de fabrikant
verstrekte instructies. Let op vol-
doende afstand van de voeten tot het
snoeigereedschap. Er bestaat gevaar
voor verwondingen.
• Bij het starten of aanzetten van de motor
mag het apparaat niet gekanteld worden
tenzij het apparaat bij het procédé op-
getild moet worden. In dit geval kantelt
u het apparaat slechts in die mate als
absoluut noodzakelijk is en tilt u enkel de
van de gebruiker afgewende zijde op.
• Start de motor niet wanneer u vóór
het uitwerpkanaal staat.
• Schakel de motor op instructie in en
enkel wanneer uw voeten zich op een
veilige afstand tot het snoeigereed-
schap bevinden.
• Breng nooit handen of voeten tegen
of onder draaiende onderdelen. Neem
altijd een veilige afstand tot de uitwer-
popening in acht. Eén moment van
onoplettendheid bij het gebruik van
het apparaat kan tot ernstige verwon-
dingen leiden.
• Het apparaat nooit met een draaiende
motor optillen of dragen.
• Zet de motor uit, trek de bougiedop
af en vergewis u dat alle beweegbare
onderdelen stilstaan:
- voordat u blokkeringen lost of ver-
stoppingen in het uitwerpkanaal ver-
helpt;
- voordat u het apparaat controleert,
reinigt of eraan werkt;
- wanneer een vreemd voorwerp
geraakt werd. Zoek naar beschadi-
gingen aan het apparaat en voer de
noodzakelijke reparaties door voordat
u herstart en met het apparaat werkt;
- indien het apparaat ongewoon sterk
begint te trillen, is een onmiddellijke
controle noodzakelijk.
• Zet de motor uit
- wanneer u het apparaat verlaat;
- voordat u bijtankt;.
• Laat het apparaat nooit zonder toezicht
op de werkplaats achter.
• Werk niet met een beschadigd, onvol-
ledig of zonder de toestemming van de
fabrikant omgebouwd apparaat.
Het gebruik van machines voor andere
dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
Onderhoud en opslag:
• Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en
schroeven vast aangedraaid zijn en het
apparaat zich in een veilige arbeidstoe-
stand bevindt. Tal van ongevallen zijn
te wijten aan slecht onderhouden appa-
raten.
• Bewaar het apparaat nooit met benzine
in de tank in een gebouw, waar benzin-
edampen mogelijkerwijs met open vuur
of met vonken in aanraking kunnen
komen.
• Laat de motor afkoelen voordat u het
apparaat in gesloten lokalen wegzet. Er
bestaat brandgevaar.
• Om brandgevaar te vermijden, houdt
u motor, uitlaat en de zone rond de
brandstoftank vrij van gras, bladeren of
vrijkomend vet (olie).
Summary of Contents for BRM 46-150 BSA InStart
Page 3: ...3 32 D 29 16 16a 30 26 23 23 25 34 33 18 33 33 18 20 35 36 31 8 37 37 38 38 ...
Page 4: ...4 8 37 37 40 39 2 1 3 28 11 12 13 10 41 42 43 44 45 ...
Page 6: ...6 ...
Page 210: ...210 ...
Page 220: ......
Page 223: ...B 42179_2018 01 15_ts ...
Page 224: ......