64
NL
rook niet terwijl u benzine ingiet.
- Benzine dient vóór de start van de
motor ingegoten te worden. Terwijl
de motor draait of bij een heet ap
-
paraat mag de tankdop niet ge
-
opend of benzine bijgevuld worden.
- Indien er benzine overgelopen is,
mag er geen poging ondernomen
worden, de motor te starten. In
plaats daarvan dient het apparaat
van het door benzine bevuilde op
-
pervlak gereinigd te worden. Iedere
ontstekingspoging dient vermeden
te worden totdat benzinedampen
verdampt zijn.
- Omwille van de veiligheid dienen
benzinetank- en andere tankdop
-
pen bij beschadiging uitgewisseld te
worden.
• vervang defecte geluiddempers.
• Vóór het gebruik dient er altijd een
visuele controle doorgevoerd te wor
-
den, of het snoeigereedschap, de
bevestigingsbouten en de complete
snoei-eenheid versleten of bescha-
digd is/zijn. Om een onbalans te
vermijden, mag/mogen versleten of
beschadigd gereedschap en bouten
slechts per paar uitgewisseld worden.
• Wees voorzichtig bij apparaten met
verschillend snoeigereedschap omdat
de beweging van een mes tot rotatie
van de overige messen kan leiden.
• Gebruik uitsluitend reserveonderdelen
en aan slijtage onderhevige toebeho
-
ren, die door de fabrikant geleverd en
aanbevolen worden. Het gebruik van
vreemde onderdelen kan tot verwon
-
dingen leiden en heeft een onmiddel-
lijk verlies van de garantieclaim tot
gevolg.
Hantering:
• Laat de verbrandingsmotor niet draai-
en in gesloten lokalen, waar er zich
gevaarlijk koolmonoxide kan ophopen.
• Maai uitsluitend bij daglicht of bij een
goede kunstmatige verlichting. Een
onverlicht werkterrein kan tot ongeval
-
len leiden.
• Vermijd zo mogelijk het gebruik van
het apparaat bij nat gras.
• Let altijd op een veilige stand, in het
bijzonder op hellingen. Daardoor kunt
u het apparaat in onverwachte situa
-
ties beter controleren.
- Werk altijd dwars op de helling,
nooit op- of neerwaarts.
- Wees uiterst voorzichtig als u de
rijdrichting op de helling wijzigt.
- Maai niet op overdreven steile hel
-
lingen (max. 10°).
• Beweeg het apparaat slechts stap
-
voets voort.
• Wees uiterst voorzichtig wanneer u
het apparaat omkeert of het naar u
toe trekt.
• Houd het snoeigereedschap stil wan
-
neer het apparaat gekanteld moet
worden, voor het transport op andere
vlakten dan gras en wanneer het ap
-
paraat van de te maaien vlakte weg of
in de richting van de te maaien opper
-
vlakte voortbewogen wordt.
• Gebruik nooit het apparaat met be
-
schadigde beschermingsinrichtingen
of beschermroosters of zonder aan
-
gebouwde beschermingsinrichtingen,
bijvoorbeeld stootbescherming en/of
grasvanginrichtingen. Daardoor wordt
ervoor gezorgd dat de veiligheid van
het apparaat gehandhaafd blijft.
• Wijzig de regelaarinstelling van de
motor niet of draai deze niet dol. U
zou het apparaat kunnen beschadi
-
gen.
Summary of Contents for BRM 46-160 HA
Page 2: ...2 26 4 26 1 2 3 4 7 10 24 25 11 14 13 12 15 16 17 18 19 19a 20 20 21 22 8 9 5 6 1 20 20 5 ...
Page 3: ...3 30 19 19a 6 25 15 D 22 21 6 24 3 18 1 29 27 28 ...
Page 4: ...4 13 11 14 0 76 mm 22 3 1 2 32a 32b ...
Page 42: ...42 FR ...
Page 113: ...113 SK ...
Page 166: ...166 IT ...
Page 176: ...176 ...
Page 178: ...178 ...
Page 180: ......