77
NL
gingen aan het apparaat en voer de
noodzakelijke reparaties door voor-
dat u herstart en met het apparaat
werkt;
- indien het apparaat ongewoon sterk
begint te trillen, is een onmiddellijke
controle noodzakelijk.
• Zet de motor uit
- wanneer u het apparaat verlaat;
- voordat u bijtankt;.
• Laat het apparaat nooit zonder toe-
zicht op de werkplaats achter.
• Werk niet met een beschadigd, onvol-
ledig of zonder de toestemming van
de fabrikant omgebouwd apparaat.
Het gebruik van machines voor andere
dan de voorziene toepassingen kan
tot gevaarlijke situaties leiden.
Onderhoud en opslag:
• Zorg ervoor dat alle moeren, bouten
en schroeven vast aangedraaid zijn
en het apparaat zich in een veilige
arbeidstoestand bevindt. Tal van onge-
vallen zijn te wijten aan slecht onder-
houden apparaten.
• Bewaar het apparaat nooit met ben-
zine in de tank in een gebouw, waar
benzinedampen mogelijkerwijs met
open vuur of met vonken in aanraking
kunnen komen.
• Laat de motor afkoelen voordat u het
apparaat in gesloten lokalen wegzet.
Er bestaat brandgevaar.
• Om brandgevaar te vermijden, houdt
u motor, uitlaat en de zone rond de
brandstoftank vrij van gras, bladeren
of vrijkomend vet (olie).
• Controleer regelmatig de grasvang-
inrichting op slijtage of verlies van de
functionaliteit.
• Vervang versleten of beschadigde
onderdelen omwille van de veiligheid.
Vervang defecte geluiddempers.
• Indien de brandstoftank geledigd dient
te worden, dient dit in de open lucht te
gebeuren.
• Behandel uw apparaat met zorgzaam-
heid. Houd het gereedschap scherp
en netjes om beter en veiliger te kun-
nen werken. Leef de onderhoudsvoor-
schriften na.
• Tracht niet, het apparaat zelf te repa-
reren, tenzij u hiervoor een opleiding
genoten heeft. Al de werkzaamheden,
die niet in deze handleiding vermeld
worden, mogen uitsluitend door klan-
tenserviceafdelingen, die door ons ge-
machtigd werden, uitgevoerd worden.
• Bewaar het apparaat op een droge
plaats en buiten het bereik van kin-
deren. Machines zijn gevaarlijk als
ze door onervaren personen gebruikt
worden.
Zorgvuldig omgaan met en gebruiken
van accutoestellenn
• Laad de accu’s alleen op in accula-
ders, die door de producent aanbevo-
len worden. Voor een acculader die
geschikt is voor een bepaalde soort
accu’s bestaat brandgevaar als hij met
andere accu’s gebruikt wordt.
• Gebruik alleen de daarvoor voorziene
accu’s in de elektrowerktuigen. Het
gebruik van andere accu’s kan tot ver-
wondingen en brandgevaar leiden.
• Houd de niet-gebruikte accu uit de
buurt van paperclips, munten, sleutels,
nagels, schroeven of andere kleine
metalen voorwerpen, die een over-
brugging van de contacten zouden
kunnen veroorzaken. Een kortsluiting
tussen de accucontacten kan tot
brandwonden of brand leiden.
• Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit
de accu vrijkomen. Vermijd contact
daarmee. Bij toevallig contact met
Summary of Contents for BRM 56-163 BSA Q-360
Page 3: ...3 31 15a 15 24 23 29 19 6 28 19 27 xx 26 25 30 30 30 25 30 19a ...
Page 4: ...4 0 75 mm 11 34 P 14 13 21 22 2 3 1 35 36 33 18 12 32 32 ...
Page 216: ...216 ...
Page 228: ......