NL
34
BE
die door ons servicecentrum worden
geleverd en aanbevolen.
• Trek de stekker uit het stopcontact wan
-
neer:
- u het apparaat niet gebruikt, wanneer
u het apparaat laat vervoeren of wan-
neer u het zonder toezicht achterlaat;
- u het apparaat controleert, het reinigt
of wanneer u blokkeringen verwijdert;
- u reinigings- of onderhoudswerk-
zaamheden doorvoert of toebehoren
uitwisselt;
- de voedingskabel of het verlengsnoer
beschadigd is;
- na aanraking met vreemde voorwer-
pen of in geval van abnormale trillin-
gen.
• Probeer het apparaat niet zelf te repa
-
reren, tenzij u een geschikte opleiding
hebt genoten. Alleen op een door ons
servicecenter mogen werkzaamheden
worden verricht die niet in deze handlei-
ding staan vermeld.
• Gebruik het apparaat niet in gesloten of
slecht verluchte lokalen.
• Gebruik het apparaat niet in de nabijheid
van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
Indien dit niet in acht genomen wordt,
bestaat er brand of ontploffingsgevaar.
• Bewaar het apparaat op een droge
plaats en buiten de reikwijdte van kinde-
ren.
• Behandel uw toestel met zorgvuldigheid.
Reinig regelmatig de luchtgleuven en
volg de onderhoudsvoorschriften op.
• Houd alle toegangen voor de koellucht
vrij van vuil.
Elektrische veiligheid:
• Let erop dat de netspanning met de op
het typeaanduidingplaatje vermelde ge-
gevens overeenstemt.
• Sluit het apparaat zoveel mogelijk
slechts op één stopcontact met be-
schermingsinrichting voor een correcte
stroom (FI-schakelaar) met een geme
-
ten stroom van niet meer dan 30 mA
aan.
• Controleer telkens vóór gebruik het
apparaat en de netaansluitleiding met
stekker op beschadigingen. Vermijd
aanrakingen van het lichaam met on-
derdelen, die met de aarde verbonden
zijn (bijvoorbeeld metalen omheiningen,
metalen palen).
• De koppeling van het verlengsnoer
moet tegen spatwater beschermd zijn,
uit rubber bestaan of met rubber be-
kleed zijn. Maak uitsluitend gebruik van
verlengsnoeren, die voor het gebruik
in de open lucht bestemd zijn en dien-
overeenkomstig geïdentificeerd zijn. De
dwarsdoorsnede van het verlengsnoer
moet minstens 2,5 mm² bedragen. Rol
een kabelhaspel vóór gebruik steeds
volledig af. Controleer de kabel op be-
schadigingen.
• Houd de kabel op een veilige afstand
van de actieradius en breng de kabel
in principe achter de met de bediening
belaste persoon.
• Om het verlengsnoer aan te brengen,
dient u van de daarvoor bestemde
snoerontlasting gebruik te maken.
• Draag het apparaat niet bij de kabel.
Gebruik de kabel niet om de stekker uit
het stopcontact te trekken. Bescherm de
kabel tegen hitte, olie en scherpe kan-
ten.
• Beschadigde kabels, koppeling en stek
-
ker of aansluitleidingen, die niet aan de
voorschriften beantwoorden, mogen
niet gebruikt worden. Trek in geval van
beschadiging van de voedingskabel on-
middellijk de stekker uit het stopcontact.
Raak in geen geval de netkabel aan, zo
lang de netstekker niet uit het stopcon-
Summary of Contents for ELS 2614 E
Page 148: ......