6
NL
Toepassingsgebied
Thermostaten zijn ontworpen om op een constante
temperatuur water aan te voeren. Geschikt
als warmwatervoorziening zijn zowel boilers als geisers. De
elektrische boiler of geiser moet een vermogen hebben van
ten minste 18 kW of 250 kcal/min.
Thermostaten kunnen
niet
bij lagedrukboilers (open
warmwatertoestellen) worden gebruikt.
Alle thermostaten worden in de fabriek met een aan beide
kanten heersende stromingsdruk van 3 bar afgesteld.
Wanneer er door bijzondere omstandigheden bij de installatie
temperatuurafwijkingen voorkomen, moet u de thermostaat in
overeenstemming met de plaatselijke omstandigheden
afstellen (zie Afstellen).
Technische gegevens
Minimale stromingsdruk zonder
nageschakelde weerstanden
0,5 bar
Minimale stromingsdruk met
nageschakelde weerstanden
1 bar
Max. werkdruk
10 bar
Aanbevolen stromingsdruk
1 - 5 bar
Testdruk
16 bar
Capaciteit bij 3 bar stromingsdruk
34 361
ca. 41,5 l/min
34 364
ca. 29,0 l/min
Maximale watertemperatuur bij de warmwateringang
80 °C
Aanbevolen max. aanvoertemperatuur
(energiebesparing)
60 °C
Veiligheidsblokkering
38 °C
Warmwatertemperatuur bij de toevoeraansluiting is min. 2 °C
hoger dan de mengwatertemperatuur
Koudwateraansluiting
rechts
Warmwateraansluiting
links
Minimum capaciteit
= 5 l/min
Bij statische drukken boven 5 bar dient een
drukreduceerventiel te worden ingebouwd.
Installeren
Spoel de leidingen grondig.
Deze montagerichtlijnen voor thermostaatmengkranen zijn
zowel voor vervanging als voor nieuwe installatie bedoeld.
In geval van nieuwe installatie moet u de volgende
Bestelnummer bijbestellen: 12 419 , 12 400 en 12 407 voor
staande montagepositie of 12 400 en 12 407 voor liggende
montagepositie.
Bestelnummer: zie uitvouwbaar blad II.
S-koppelingen en afvoerbochten monteren. Mengkraan
vastschroeven, zie afb. [1].
Raadpleeg de maatschetsen op bladzijde I.
Het aansluitpijpje (C) moet op de juiste montagelengte worden
afgezaagd.
De thermostaatmengkranen werden in de fabriek voor een
staande montagepositie gemonteerd.
Als u een liggende montagepositie wenst, dient u de volgende
aanpassingen uit te voeren, zie afb. [2].
1. De aansluitnippel (F), sluitschroef (D) en sluitkap met
schroef (E) moet u er helemaal eruitdraaien.
2. Laat één aansluiting verspringen en draai vervolgens de
onderdelen tegen uurwijzerzin opnieuw in het kraanhuis in.
Met bijgevoegde douche-aansluitnippel (G) kan u de
mengkraan van het type
34 364
tot een douchemengkraan
ombouwen. Zie afb. [3].
1. Schroef de aansluitnippel (F) eruit.
2. Schroef de sluitkap met schroef (E) eruit en schroef deze in
de te sluiten opening in.
3. Schroef de bijgevoegde douche-aansluitnippel (G) in de
mengkraan in.
Koppelingen op dichtheid controleren.
Aansluiting in spiegelbeeld
(warm rechts - koud links).
Thermo-element (T) vervangen, zie Reserveonderdelen
vouwblad II, bestelnr.: 47 282 (1/2”).
Afregelen
Temperatuur instellen,
zie afb. [4] en [5].
Open de kraan en meet de temperatuur van het uitstromende
water met een thermometer, zie afb. [4].
Verdraai de thermostaatknop (J) met ingedrukte veiligheidspal
zolang tot het uitstromende water een temperatuur van 38
°
C
heeft bereikt, zie afb. [4] en [5].
- Verwijder het afdekplaatje (H), zie uitvouwbaar blad II.
- Houd de thermostaatknop (J) in deze positie goed vast en
draai de schroef (I) eruit, zie afb. [5].
- Trek de thermostaatknop (J) eraf en plaats deze zodanig
terug dat de 38
°
C-markering op de knop tegenover de
markering op het kraanhuis (K) staat.
- Houd de thermostaatknop (J) vast en draai de schroef (I) er
weer in.
- Breng het afdekplaatje weer aan.
Temperatuurbegrenzing
Het temperatuurbereik wordt door de veiligheidsblokkering
op 38 °C begrensd. Door indrukken van de knop (J1), kan
de 38 °C-blokkering worden overschreden, zie afb. [5].
Attentie bij vorst
Bij het aftappen van de waterleidinginstallatie dienen de
thermostaten apart te worden afgetapt, omdat zich in de koud-
en warmwateraansluiting terugslagkleppen bevinden. Daarbij
dient de thermostaat van de muur te worden gehaald.
Onderhoud
Onderhoud
, zie uitvouwblad II.
Controleer en reinig alle onderdelen. Vervang onderdelen
indien nodig. Vet de onderdelen met speciaal armaturenvet in.
Koud- en warmwatertoevoer afsluiten.
I.
Terugslagklep
1. Schroef de kraan met een 30mm steeksleutel van de
aansluitingen af.
2. Verwijder het vuilzeefje (L).
3. Schroef de aansluitnippel (M) er met een 12mm inbussleutel
uit door deze naar rechts te draaien (linkse draad).
4. Demonteer de terugslagklep (N).
II. Thermo-element
1. Trek het afdekplaatje (H) eraf.
2. Draai schroef (I) eruit en trek de thermostaatknop (J) eraf.
3. Draai de regelmoer (A) eraf.
4. Trek de aanslagring (B) eraf.
5. Schroef het thermo-element (T) er met een 24mm
steeksleutel uit.
Na elk onderhoud aan het thermoelement dient dit opnieuw te
worden afgeregeld (zie afregelen).
III. Keramisch bovendeel
1. Verwijder de knop van de kraan (O) en draai schroef (P)
eruit.
2. Verwijder de klikverbinding (Q) en de geleidingsring (R).
3. Schroef het keramische bovendeel (S) er met
een 17mm steeksleutel uit.
De onderdelen worden in omgekeerde volgorde gemonteerd.
Reserveonderdelen,
zie uitvouwbaar blad II ( * = speciaal
toebehoren).
Reiniging
De aanwijzingen voor de reiniging van deze kraan vindt u in
het bijgaande onderhoudsvoorschrift.