50
5.3 Analoge uitgang
De analoge uitgang kan op afstand worden inge-
steld, geactiveerd of gewijzigd via de Grundfos
Remote Management gebruikersinterface op het
internet.
Voor aansluitingen, zie afb. 5 en paragraaf
6. Overzicht van ingangen en uitgangen
Afb. 5
Analoge uitgang
5.4 Dig. ingangen
De IO module heeft twee toegewezen digitale ingan-
gen.
Voor aansluitingen, zie afb. 6 en paragraaf
6. Overzicht van ingangen en uitgangen
Afb. 6
Digitale ingangen DI3 en DI4
5.5 Pt100/Pt1000 ingang
De IO module herkent automatisch het type
Pt sensor dat is aangesloten.
Voor aansluitingen, zie afb. 7 en paragraaf
6. Overzicht van ingangen en uitgangen
Afb. 7
Pt100/Pt1000 ingang
5.6 Spanningsindicator LED
Zie afb. 8.
Als de LED (pos.13) constant groen is wanneer de
voedingspanning is ingeschakeld, is de voedings-
spanning naar de IO module correct.
Als de LED niet gaat branden nadat de voedings-
spanning is ingeschakeld, zie paragraaf
.
Afb. 8
Spanningsindicator LED
N.B.
De fabrieksinstelling van de jumpers is
"gesloten". Dit betekent dat beide te
configureren ingangen ingesteld zijn op
een digitaal besturingssignaal.
N.B.
Sluit de kabelafscherming aan onder de
aardeklem in de CIU unit.
T
M
04
39
85
05
0
9
N.B.
Sluit de kabelafscherming aan onder de
aardeklem in de CIU unit.
TM
0
4
3
986
0
509
Voorzichtig
Alleen potentiaalvrije apparaten mogen
worden aangesloten op de digitale
ingangen.
6 7
0-10 V uitgang
8 9
10
DI3
DI4
N.B.
Sluit de kabelafscherming aan onder de
aardeklem in de CIU unit.
T
M
04
39
87
05
09
N.B.
Compensatie van de kabellengte wordt
niet ondersteund door de IO module.
TM0
4
398
8
0
5
0
9
11
12
PT100/PT1000
Pt100/Pt1000
13