183
6.11 Bus communicatie
Via een RS-485 poort kan seriële communicatie met
de pomp plaatsvinden. Dit gebeurt volgens het
GRUNDFOS busprotocol, GENIbus. Aldus is de
pomp aan te sluiten op het GRUNDFOS Pump Ma-
nagement System 2000, een Gebouw Beheer Sys-
teem of een ander extern regelsysteem.
Via het bussignaal is het mogelijk de bedrijfsparame-
ters van de pomp op afstand in te stellen (o.a. de ge-
wenste opvoerhoogte, temperatuurbeïnvloeding,
bedrijfssituatie etc.).
Tegelijkertijd kan de pomp statusinformatie leveren
over belangrijke parameters zoals de actuele op-
voerhoogte, de actuele volumestroom, het opgeno-
men vermogen, storingssignaleringen etc.
Zie voor nadere details de bedieningsinstructies van
het GRUNDFOS Pump Management System 2000 of
neem contact op met GRUNDFOS.
Opm.:
Wanneer met de pomp wordt gecommuni-
ceerd via het bussignaal, is het aantal beschikbare
instellingen op het bedieningspaneel van de pomp of
via de R100 kleiner.
De opvoerhoogte en de regelmethoden van de pomp
zijn alleen in te stellen via het bussignaal. Met be-
hulp van het bedieningspaneel op de pomp of met de
R100 is de pomp alleen op max. pompcurve te zet-
ten of te stoppen. Om een adresnummer aan de
pomp toe te wijzen is er echter een R100 nodig.
Zie ook paragraaf
7.7 Prioriteit van instellingen
.
6.12 Draadloze afstandsbediening
Voor draadloze afstandsbediening en het uitlezen
van gegevens kunt u de afstandsbediening R100
van GRUNDFOS gebruiken.
Zie paragraaf
7.3 R100
voor bediening op afstand.
7. De pomp instellen
De pomp kan worden ingesteld via:
•
Het bedieningspaneel.
•
De afstandsbediening R100.
•
Bus communicatie (dit wordt in deze instructies
niet in detail besproken. Neem contact op met
GRUNDFOS).
De volgende tabel toont hoe de verschillende bedie-
ningseenheden worden gebruikt en in welke para-
graaf de werking ervan wordt beschreven.
“-” = niet beschikbaar op deze bedieningseenheid.
7.1 Fabrieksinstellingen
Functie
B
e
die
n
in
gs
-
pan
eel
R100
Drukverschil met leiding-
weerstandcompensatie
7.2.1
7.6.1
Constant drukverschil
7.2.1
7.6.1
Instellen van de opvoer-
hoogte
7.2.2
7.4.1
Bedrijf volgens max. pomp-
curve
7.2.3
7.4.2
Bedrijf volgens min. pomp-
curve
7.2.4
7.4.2
Bedrijf volgens verstelbare
pompcurve
-
7.4.2
Temperatuurbeïnvloeding
-
7.6.3
Resetten van storingssigna-
leringen
7.2.6
7.4.3
Activering/deactivering van
bedieningspaneel
-
7.6.4
Toewijzing van adresnum-
mer
-
7.6.5
Aflezen van diverse gege-
vens
-
7.5.1
-
7.5.7
Start/stop
7.2.5
7.4.2
UPE xx-60
UPE xx-120
Regel-
methode
Drukverschil
met leidingweer-
standcompen-
satie
Drukverschil
met leidingweer-
standcompen-
satie
Opvoer-
hoogte
3 m bij maxi-
male volume-
stroom, zie afb.
13
6 m bij maxi-
male volume-
stroom, zie afb.
15