191
8. Storingsanalysetabel
Voordat u het deksel van de klemmenkast verwijdert, dient u ervoor te zorgen dat de voedingsspan-
ning naar de pomp ten minste 5 minuten is afgeschakeld.
Het medium in de pomp kan kokendheet zijn en onder hoge druk staan. Voordat enig component van
de pomp mag worden verwijderd, dient het systeem te zijn afgetapt of dienen de afsluiters aan beide
zijden van de pomp te zijn afgesloten.
Storing
Oorzaak
Oplossing
De pomp werkt niet.
Geen van de signaal-
lampjes brandt.
Er is een zekering in de installatie door-
gebrand.
Vervang de zekering.
De stroom- of spanningsgestuurde aard-
lekschakelaar heeft de pomp uitgescha-
keld.
Zet de aardlekschakelaar om.
De pomp is defect.
Repareer/vervang de pomp.
De pomp werkt niet.
Het groene signaal-
lampje knippert.
De pomp is op een van de onderstaande
manieren uitgeschakeld:
1. Via de toets “–”.
2. Via de afstandsbediening R100.
3. Externe aan/uit-schakelaar in positie
‘uit’.*
4. Via een bussignaal.*
1. Start de pomp door op “+” te
drukken.
2. Start de pomp met de R100 of
door op “+” te drukken.
3. Zet de aan/uit-schakelaar op
‘aan’.*
4. Start de pomp via het bussig-
naal.*
*
De storing is tijdelijk te verhelpen door pompbedrijf volgens max. capaciteits-
curve te selecteren op de pomp of met de afstandsbediening R100. In dat ge-
val worden externe commando’s genegeerd.
De pomp is gestopt als
gevolg van een storing.
Het rode signaallampje
brandt, het groene sig-
naallampje is uit.
Storing in de voedingsspanning
(bijv. onderspanning).
Controleer of de voedingsspan-
ning binnen de gestelde grenzen
ligt.
Fase weggevallen (de pomp draait 2 mi-
nuten en stopt vervolgens).
Controleer de zekering en de aan-
sluitingen.
Pomp geblokkeerd en/of verontreinigd.
Verwijder de inspectieschroef. Ver-
draai de rotor m.b.v. een schroe-
vendraaier in de sleuf van het
asuiteinde en/of demonteer de
pomp en maak deze schoon.
Storing in de elektronica.
Neem contact op met GRUNDFOS.
De pomp is in bedrijf,
maar is gestopt als ge-
volg van een storing. Het
rode en het groene sig-
naallampje branden.
De drukverschil-/temperatuuropnemer is
defect.
Controleer de aansluiting van de
meetopnemer. Vervang deze in-
dien nodig.
De pomp is automatisch opnieuw ge-
start na een tijdelijke storing.
Reset de storingssignalering.
De pomp heeft een stop-
commando gekregen,
maar is gestopt van-
wege een storing.
Het rode signaallampje
brandt en het groene
signaallampje knippert.
De drukverschil-/temperatuuropnemer is
defect.
Controleer de aansluiting van de
meetopnemer. Vervang deze in-
dien nodig.
De pomp is automatisch opnieuw ge-
start na een tijdelijke storing.
Reset de storingssignalering.