van gebruik- en montageaanwijzingen en normale slijtage zijn
eveneens van garanties uitgesloten.
Veiligheidsinstructies
BELANGRIJK: De grasmaaier kan tenen of vingers
afsnijden en ook voorwerpen wegslingeren. Het niet
naleven van de volgende veiligheidsvoorschriften kan tot
zware letsels leiden.
WAARSCHUWING: Om een ongewenst starten van
de machine bij het instellen, transport evenals bij
onderhoud te vermijden altijd de kabel van de bougie
ontkoppelen.
WAARSCHUWING: De uitlaatgassen en de
afzonderlijke componenten daarvan omvatten resp.
emitteren kankerwekkende of
vruchtbaarheidsschadende, evenals
voortplantingstorende chemicaliën.
WAARSCHUWING: De demper en ook andere
motoronderdelen kunnen tijdens het gebruik extreem
warm worden en ook bij het uitschakelen van de motor
heet blijven. Om verbrandingen te vermijden, raak deze
onderdelen niet aan.
WAARSCHUWING! Nooit met een draaiende motor in
de open zijuitworp grijpen!!!
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Maakt u
zich met de bedieningselementen en het juiste gebruik
van de machine vertrouwd.
Houd uw handen en voeten op afstand van de roterende
onderdelen. Houd afstand van de uitwerpopening.
Aanwijzing: de roterende onderdelen niet aanraken.
De machine moet alleen door personen gebruikt worden
die bewust van eigen verantwoordelijkheid zijn en met de
bedieningsaanwijzing zijn vertrouwd.
Controleer zorgvuldig het terrein waarop de machine
wordt gebruikt. Verwijder alle voorwerpen die door de
machine uitgeworpen kunnen worden.
Gebruik de grasmaaier niet, als personen (met name
kinderen) of dieren in de directe omgeving zijn.
Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een
lange broek. Maai nooit met blote voeten of in lichte
sandalen.
Vermijd achterwaartse bewegingen met de maaier, als
deze niet echt nodig zijn. Kijk voor en tijdens het
achteruit lopen naar achteren en beneden.
Gebruik de grasmaaier nooit met beschadigde of
ontbrekende beschermonderdelen zoals uitwerpklep
en/of opvangkorf voor gras.
Gebruik slechts de door de producent toegestane
accessoires.
Schakel bij het oversteken van wegen of straten het mes
uit.
Schakel de motor uit en neem de bougiestekker uit
voordat blokkeringen worden verwijderd of
verstoppingen in het uitwerpkanaal worden
verwijderd
voordat de grasmaaier wordt gecontroleerd,
schoongemaakt of andere werkzaamheden aan
de machine worden uitgevoerd.
als een vreemd voorwerp wordt geraakt;
Controleer de grasmaaier op beschadigingen en
herstel deze voordat u de machine opnieuw in
gebruik neemt
als de grasmaaier ongewoon sterk vibreert (de
machine onmiddellijk controleren)
Schakel de motor uit en wacht tot het mes volledig tot
stilstand is gekomen voordat de opvangzak voor gras
wordt afgenomen.
Maai enkel bij daglicht of bij een goede kunstmatige
verlichting.
Gebruik de machine niet onder invloed van alcohol of
drugs.
Maai nooit in nat gras.
Let op uw voetbewegingen en op het vasthouden van de
stuurhandbeugel.
Stuur de grasmaaier stapvoets.
Maak voor de start van de motor de koppeling voor de
wielaandrijving los.
Vervang beschadigde geluiddempers.
Draag bij werkzaamheden met de grasmaaier altijd een
veiligheidsbril.
Verwijder hindernissen zoals stenen en takken.
Controleer het terrein op oneffenheden. In hoog gras
kunnen zich verborgen hindernissen bevinden.
Maai nooit in de buurt van hellingen, kuilen en bermen. U
kunt uw houding of het evenwicht verliezen.
Gebruik de machine niet op extreem steile terreinen.
Denk er aan dat de eigenaar of de gebruiker voor
ongevallen of bedreiging van andere personen, evenals
voor materiele schaden, verantwoordelijk is.
Wees oplettend en schakel de grasmaaier uit, als
kinderen in de buurt zijn.
Maai dwars t.o.v. de helling, nooit op- of afwaarts.
Laat nooit toe dat kinderen of personen, die met deze
gebruiksaanwijzing niet vertrouwd zijn, de machine
gebruiken. De leeftijd van de gebruiker kan door
plaatselijke bepalingen beperkt zijn.
WAARSCHUWING: Benzine is licht ontvlambaar:
Bewaar benzine slechts in daarvoor bedoelde jerrycans.
Vul de brandstoftank alleen buiten en rook niet tijdens
het tanken.
Vul benzine aan voordat de motor wordt gestart.
Open nooit bij draaiende of hete motor de tankdop en vul
geen benzine aan.
Start in geen geval de motor, als benzine is gemorst.
Verwijder de machine en vermijd het ontstaan van
ontvlammingsbronnen in de omgeving van de gemorste
benzine.
Zorg voor een veilige vervanging van de benzinetank en
tankdoppen.
Controleer voor het gebruik altijd het mes, messchroeven
en maaionderdelen op beschadigingen of slijtage.
Vervang versleten of beschadigde messen en schroeven
per set zodat geen onbalans ontstaat.
Voer geen wijzigingen aan de bescherminrichtingen uit.
Controleer regelmatig het juiste functioneren daarvan.
45