Gebruik de pomp nooit zonder luchtfilter omdat het de
motorslijtage verhoogt.
Vervangen van de glijringpakking
De glijringpakking dicht het pomplichaam met de motoras
af. Deze behoort tot de onderdelen die aan een natuurlijke
slijtage zijn onderworpen.
Bij een defecte glijringpakking lekt tussen de motor en het
pompenlichaam water. Ter vervanging van de
glijringpakking dienen achtereenvolgens het pomphuis, de
handstartinrichting en het pomploopwiel gedemonteerd te
worden. Daarna kan de glijringpakking vervangen worden.
Aansluitend moeten het pomploopwiel, de
handstartinrichting en het pomphuis weer zorgvuldig
gemonteerd worden.
Verwijderen van vreemde voorwerpen uit de pomp
Grovere deeltjes in de verpompte vloeistof kunnen het
pomplichaam en pomploopwiel blokkeren. In dit geval kan
het pomphuis gedemonteerd worden om de onzuiverheden
uit het pomplichaam en pomploopwiel te verwijderen.
Opslag
Indien het apparaat een langere tijd niet gebruikt wordt,
dient het in de pomp aanwezige water volledig afgetapt te
worden. Laat de pomp goed drogen om roestvorming te
voorkomen. Maak ook de brandstoftank en de carburateur
leeg. Voor opslag is het zorgvuldig schoonmaken en
eventueel een conservering van het apparaat aanbevolen.
Let er op dat de opslagplaats droog en vorstvrije is.
Storingen
Aangrijpen van het apparaat. Let er op dat geen water in de
onderdelen van het apparaat indringt.
Wij nemen geen aansprakelijkheid voor schaden
ontstaan als gevolg van ondeskundige pogingen tot
reparatie. Schaden als gevolg van ondeskundige pogingen
tot reparatie leiden tot het vervallen van alle aanspraken op
garantie
.
Alle genoemde maatregelen voor het oplossen van
storingen mogen niet met draaiende motor uitgevoerd
worden.
De volgende lijst beschrijft een aantal mogelijke storingen
aan het apparaat, mogelijke oorzaken en tips voor het
oplossen daarvan. Alle genoemde maatregelen mogen niet
met draaiende motor uitgevoerd worden. Als een storing
niet zelf opgelost kan worden, kunt u contact opnemen met
de klantenservice of uw verkooppunt. Meer uitgebreide
reparaties mogen uitsluitend door vakpersoneel uitgevoerd
worden. Let er beslist op dat bij schaden als gevolg van
ondeskundige pogingen tot reparatie alle
garantieaanspraken vervallen en wij niet aansprakelijk zijn
voor enige schade die hieruit voortvloeit.
Controleer eerst bij functiestoringen, of een bedieningsfout
of een andere oorzaak aanwezig is, die niet is te wijten aan
een defect in het apparaat – zoals bijvoorbeeld
brandstoftekort.
Onderhoudstabel
STORING
MOGELIJKE
OORZAKEN
OPLOSSINGEN
Pomp
verpompt
geen of te
weinig
vloeistof,
motor draait
1.
Te weinig vloeistof
in de pomp.
2. Aanzuigleiding
ondicht.
3. Gekozen
motorprestatie te
laag.
4.
Filter aan de
ingang van de
aanzuigleiding
1.
Pomphuis via de
vulopening met
vloeistof vullen.
2. Aanzuigleiding
en
verbindingspunt
van de
aanzuigleiding
met teflonband
afdichten.
Aanzuigleiding
verstopt.
5. Aanzuigleiding
is
verstopt.
6. Pomploopwiel
door
onzuiverheden
geblokkeerd.
7. Aanzuighoogte
en/of
opvoerhoogte te
groot.
8. Glijringpakking
defect.
9. Pomploopwiel
niet
correct geplaatst.
10. Pomploopwiel
beschadigd.
11. Motor
draait
onregelmatig.
vervangen, indien
deze niet
repareerbare
beschadiging
vertoont.
3. Motorprestatie
verhogen.
4. Schoonmaken
van het filter.
5. Schoonmaken
van de
aanzuigleiding.
6. Verwijder
onzuiverheden.
7. Verandering
van
de installatie
zodat
aanzuighoogte
en/of
opvoerhoogte de
maximale waarde
niet
overschrijden.
8. Glijringpakking
vervangen.
9. Pomploopwiel
correct plaatsen.
10. Pomploopwiel
vervangen.
11. De
klantendienst
benaderen.
Vibraties of
sterke
geluidsontwikk
eling tijdens
gebruik
1. Aanzuighoogte en/of
opvoerhoogte te
groot.
2. Vreemd voorwerp
blokkeert
aanzuigleiding en/of
pomploopwiel.
3. Onstabiele installatie.
4. Onstabiele opstelling
van het apparaat:
5. Pomploopwiel
beschadigd.
6. Ander technisch
defect.
1. Verandering
van
de installatie
zodanig dat de
aanzuighoogte
en/of
opvoerhoogte de
maximale waarde
niet
overschrijden.
2. Vreemd
voorwerp
verwijderen.
3. Satbiliseren
van
de installatie.
4. Voor
stabiele
opstelling van het
apparaat zorgen.
5. Pomploopwiel
vervangen.
6. De
klantendienst
benaderen.
Motor start
niet of stopt
tijdens het
gebruik
1. Brandstoftekort.
2. Geen
ontstekingsvonk.
3. Carburateur
verstopt.
4. Luchtfilter
verstopt.
5.
Auto Stop is
geactiveerd omdat
het olieniveau
onder de
benodigde
minimale
hoeveelheid ligt.
6. Ander
technisch
defect.
1. Benzinekraan
openen en/of
brandstof vullen.
2. Contactschakelaa
r controleren.
Eventueel
bougies
controleren.
3. Carburateur
schoonmaken.
4. Luchtfilter
schoonmaken.
5. Motorolie
bijvullen.
6. De
klantendienst
benaderen.
Service
Hebt u
technische vragen?
Een reclamatie?
Hebt u
reserveonderdelen of een gebruiksaanwijzing nodig?
Op onze website
www.guede.com
in
Service
helpen wij u snel
en niet-bureaucratisch verder. Help ons om u te helpen, a.u.b.
Om uw apparaat in geval van reclamatie te kunnen identificeren
hebben wij het serienummer evenals artikelnummer en
productiejaar nodig. Deze gegevens vindt u op het typeplaatje.
Vul deze gegevens hieronder in om deze altijd bij de hand te
hebben.
Serienummer:
Artikelnummer:
Productiejaar:
Tel.:
+49 (0) 79 04 / 700-360
Fax:
+49 (0) 79 04 / 700-51999
41