18
1.
Neem de 4 spelborden (torenbord A en B, het
vouwspelbord en het spelbord kasteelvijver) en
druk voorzichtig de kartonnen plankjes met het
symbool eruit. De puzzelstukjes in torenbord A
hoeven er voor het basisspel niet uit gehaald te
worden. Haal ook de ramen met de kasteelbe-
woners er voorzichtig uit.
De kartonnen stukjes met het symbool heb je niet meer
nodig en kun je weggegooien. De andere onderdelen
heb je wel nodig voor het spel.
2.
Maak de bodem van de doos leeg. Neem de vier plankjes en steek ze
zo in elkaar dat telkens twee plankjes parallel aan elkaar staan. Leg
het ontstane kader in de doos.
3.
Leg het spelbord kasteelvijver op het kader.
4.
Zet aansluitend de kasteeltoren en de klauterkikker in elkaar: Leg hier-
voor het vouwspelbord, torenbord B en torenbord A (in deze volgorde)
over elkaar. Klem de spelborden vervolgens met de 4 klemmetjes op de
gemarkeerde plaatsen aan elkaar.
5.
Steek vervolgens de zijkant van de kasteeltoren met de ramen in
het bredere gaatje achter de vijver, en de andere kant in de achterste
opening.
6.
Neem de kikker aan zijn touwtjes en steek ze om de beurt van de raam-
kant door het oog van de klemmetjes boven aan de kasteeltoren, zodat
de kikker te zien is. Aansluitend haal je beide touwtjes door de metalen
haakjes en maak je aan het uiteinde van de touwtjes een vaste knoop.
En klaar is het kasteel!
Vóór het eerste spel: Zet eerst het kasteel in elkaar!
(Vraag aan je ouders of ze je even kunnen helpen met het in elkaar zetten.)