3.
Als meer dan één toepassing een titrantkalibratiemethode bevat, drukt u op de pijltoetsen
omhoog en omlaag om de te gebruiken toepassing te markeren. Vervolgens drukt u op
Select
(selecteren).
4.
De kalibratie-informatie wordt op het display weergegeven. Selecteer indien nodig een icoon voor
meer informatie of om enkele gegevens te wijzigen.
Optie
Beschrijving
Informatie
Toont meer informatie over de kalibratie.
Operator (Gebruiker)
Verandert de operator-ID. U kunt kiezen uit een lijst van bevoegde gebruikers.
5.
Vul een beker met de aanbevolen hoeveelheid standaard die op het scherm wordt weergegeven.
Vul zo nodig meer van het oplosmiddel bij dat in de toepassingsnota is aangegeven tot de sensor
correct in het monster is geïnstalleerd.
6.
Zet voorzichtig een magnetisch roerstaafje in de beker. Zorg dat er geen vloeistof wordt gemorst.
7.
Bevestig de beker aan de sensorhouder.
8.
Zorg ervoor dat het pictogram aan de onderkant van het scherm
gemarkeerd is. Volg de
instructies op die op het scherm verschijnen naast dit pictogram. Raadpleeg
op pagina 191 om ervoor te zorgen dat de buizen en de sensor goed zijn uitgelijnd.
9.
Druk op
Start
om het programma te starten. De betreffende kalibratiegegevens worden op het
display weergegeven.
10.
Als de standaard roersnelheid moet worden aangepast, druk dan op de omhoog en omlaag
pijltoetsen om de snelheid te verhogen of te verlagen.
Opmerking: Deze aanpassing geldt alleen voor de huidige bewerking. De standaard roersnelheid voor de
toepassing is niet gewijzigd.
11.
Twee opties zijn beschikbaar tijdens de procedure:
Optie
Beschrijving
Stop (Stoppen)
De kalibratie wordt afgebroken en er worden geen resultaten berekend. Door deze optie
te kiezen tijdens een
Replicate Sample
(Monster herhalen) procedure, gaan alle
gegevens in de reeks verloren.
Skip (Overslaan)
De huidige bewerking wordt afgebroken en er wordt direct naar de volgende stap in de
procedure gegaan. De resultaten worden berekend uit de beschikbare kalibratiegegevens
die voorafgaan op de selectie van
Skip
(overslaan). Door deze optie te gebruiken kunnen
de resultaten minder nauwkeurig zijn.
12.
Druk op
Reject
(Afwijzen) of
Continue
(Doorgaan).
Optie
Beschrijving
Reject
(Afwijzen)
Verwerpt de kalibratie. Kies
Cancel
(Annuleren) om terug te gaan naar het scherm met de
resultaten of
Confirm
(Bevestigen) om de kalibratie af te wijzen. Als dit de eerste kalibratie
is, kies dan
Confirm
(Bevestigen) om de kalibratie af te wijzen en de standaard of de vorige
kalibratiewaarden te gebruiken. Als dit een
Replicate Standard
(Standaard repliceren)
kalibratie is, kies dan
Confirm
(Bevestigen) om alleen de huidige kalibratie in de reeks af te
wijzen.
Continue
(Doorgaan)
Kies uit een van deze opties:
•
Replicate Standard
(Standaard repliceren): Herhaal de kalibratie met dezelfde
standaard
•
Save & Exit
(Opslaan & Afsluiten): Bewaar de kalibratieresultaten en sluit de
kalibratieprocedure af
•
Reject & Exit
(afwijzen en afsluiten): wijs de kalibratieresultaten af en gebruik de
standaardwaarde of vorige kalibratiewaarden en sluit de kalibratieprocedure af
Nederlands
199
Summary of Contents for TitraLab AT1000 Series
Page 10: ...10 English ...
Page 32: ...32 Deutsch ...
Page 77: ...Français 77 ...
Page 144: ...144 Čeština ...
Page 166: ...166 Dansk ...
Page 188: ...188 Nederlands ...
Page 232: ...232 Svenska ...
Page 254: ...254 Suomi ...
Page 299: ...Magyar 299 ...
Page 321: ...Română 321 ...
Page 343: ...Türkçe 343 ...
Page 365: ...Slovenský jazyk 365 ...
Page 387: ...Slovenski 387 ...
Page 409: ...Hrvatski 409 ...
Page 431: ...Ελληνικά 431 ...
Page 447: ......